ECLI:NL:OGEAM:2016:24
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurrecht woonruimte; Opzegging en ontruiming in kort geding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten werd behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door opposanten tegen geopposeerden. De opposanten, die een woning huren van de geopposeerden, zijn bij verstekvonnis op 26 februari 2016 veroordeeld tot betaling van achterstallige huurpenningen en ontruiming van de woning. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Opposanten hebben hiertegen verzet aangetekend op 28 april 2016, waarna een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 mei 2016.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de opposanten huren de woning op basis van een mondelinge huurovereenkomst. De Huurcommissie heeft op 27 februari 2015 toestemming verleend aan de geopposeerden om de huurovereenkomst op te zeggen. In het verzet verzoeken de opposanten om ontheffing van de veroordeling in het verstekvonnis en om de geopposeerden niet-ontvankelijk te verklaren in hun oorspronkelijke vordering. De geopposeerden concluderen tot niet-ontvankelijk verklaring van de opposanten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het verzet ontvankelijk is, maar heeft geen bewijs kunnen vinden dat de huurovereenkomst is opgezegd. De geopposeerden hebben geen bewijs geleverd van de opzegging, en het Gerecht gaat er daarom vanuit dat de huurovereenkomst nog bestaat. De opposanten hebben een huurachterstand van USD 7.575,00, en het Gerecht heeft geoordeeld dat de opposanten niet hebben aangetoond dat zij aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan. Het verzet is ongegrond verklaard, en de opposanten zijn in de proceskosten veroordeeld.
De beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg is dat het verzet wordt afgewezen en dat de opposanten in de proceskosten worden veroordeeld, begroot op nihil. Dit vonnis is uitgesproken op 3 juni 2016 door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.