Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties d.d. 19 februari 2015,
- de conclusie van antwoord met producties van [A],
- de conclusie van antwoord van het Land,
- de conclusie van repliek met producties tegen het [A],
- de conclusie van repliek met producties tegen het Land,
- de conclusie van dupliek met productie van [A],
- de conclusie van dupliek van het Land,
- de akte houdende uitlating productie van [eisers]
2.De feiten
‘’3.1. verklaart voor recht dat het Land eigenaar is van het perceel grond omschreven in meetbrief SXM sb …/1970; 3.2. machtigt de bewaarder van de openbare registers op Sint Maarten om, nadat dit vonnis bij openbaar exploot is betekend en in kracht van gewijsde is gegaan, het in deze te wijzen vonnis in te schrijven in het daartoe bestemde register op Sint Maarten (…).”
3.Het geschil
4.De beoordeling
“De krachtens lid 1 ingeschreven verklaring wordt ten aanzien van niet-verschenen belanghebbenden die niet bij name zijn gedagvaard, vermoed juist te zijn, zolang het tegendeel niet bewezen is. Op de onjuistheid kan echter geen beroep worden gedaan ten nadele van hen die, daarmee onbekend, de verkrijger van het vonnis onder bijzondere titel zijn opgevolgd.”Kortom: als [eisers], of een of meer van hen van (zo voegt het Gerecht toe), kunnen aantonen dat zij belanghebbenden zijn bij het perceel dan moeten zij in de gelegenheid worden gesteld om dit tegendeelbewijs te leveren.