ECLI:NL:OGEAM:2016:11
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en huurbescherming van een hotelgast in kort geding
In deze zaak, die op 26 februari 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten werd behandeld, stond de vraag centraal of een hotelgast recht heeft op huurbescherming. Eiseres, die sinds december 2012 op een hotelkamer verbleef, vorderde dat gedaagde, een naamloze vennootschap, de elektriciteit en andere nutsvoorzieningen zou herstellen. Gedaagde had de elektriciteit afgesloten en de kamer met een hangslot vergrendeld, wat leidde tot de rechtszaak. Eiseres stelde dat de opzegging van haar verblijf nietig was, omdat er geen toestemming van de huurcommissie was verkregen en het Gerecht de huurovereenkomst niet had ontbonden. Gedaagde betwistte dat er sprake was van een huurovereenkomst, omdat het om een hotelkamer ging. Het Gerecht oordeelde dat, ondanks de benaming van hotel en hotelkamer, er geen sprake was van een verblijf van korte duur, aangezien eiseres al lange tijd in de kamer verbleef. Hierdoor had eiseres recht op huurbescherming volgens artikel 7:248 BW. Het Gerecht besloot dat de opzegging niet rechtsgeldig was en dat gedaagde verplicht was om de elektriciteit en nutsvoorzieningen te herstellen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door rechter A.J.J. van Rijen en is uitvoerbaar bij voorraad.