Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.Het geschil
3.De vorderingen en de verweren
[A]onder het document d.d. is vervalst,
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten, heeft eiser, vertegenwoordigd door dhr. E.I. Maduro, een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap [gedaagde], vertegenwoordigd door mr. S. Fox en mr. V. Choennie. De procedure betreft een geschil over de vraag of er een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen eiser en gedaagde, en of gedaagde aansprakelijk is voor schadevergoeding wegens niet-nakoming van deze overeenkomst. Eiser stelt dat hij op 6 oktober 2010 een koopovereenkomst heeft gesloten met gedaagde, vertegenwoordigd door haar statutair bestuurder [A]. Gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst is gesloten en stelt dat de handtekening van [A] vervalst is. Eiser heeft de overeenkomst ontbonden en vordert schadevergoeding.
De procedure begon met een tussenvonnis op 21 juli 2015, waarin een comparitie van partijen werd bepaald. Tijdens deze comparitie is het geschil verder besproken. Eiser vordert onder andere een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst is ontbonden en dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden. Gedaagde concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van eiser in zijn vorderingen en voert verschillende verweren aan, waaronder de stelling dat er geen wilsvereenstemming is geweest.
Het Gerecht overweegt dat er voldoende bewijs is dat gedaagde een aanbod heeft gedaan en dat eiser dit aanbod heeft geaccepteerd. Het Gerecht oordeelt dat gedaagde niet heeft voldaan aan de overeenkomst en dat eiser recht heeft op schadevergoeding. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling van de schadeposten. Het Gerecht heeft de vordering van eiser inzake reputatieschade afgewezen, omdat er geen bewijs is dat deze schade is ontstaan. De beslissing is genomen door mr. A.J.J. van Rijen en is openbaar uitgesproken op 12 januari 2016.