Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 4 april 2025 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had niet binnen de termijn van artikel 41B, lid 2 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (LvIB) aangifte gedaan voor het jaar 2019. De Inspecteur had op 23 juni 2023 beschikkingen geen aanslagen afgegeven, waarop de belanghebbende op 17 augustus 2023 bezwaar had aangetekend. Het Gerecht heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de overschrijding van de termijn van 36 maanden niet verschoonbaar was. De belanghebbende voerde aan dat er zich gedurende deze periode zwaarwegende omstandigheden hadden voorgedaan, zoals verhuizing, Covid-19, en persoonlijke problemen. Het Gerecht oordeelde echter dat de belanghebbende, gezien de tijdspanne van de gebeurtenissen, in staat had moeten zijn om tijdig aangifte te doen. De rechter benadrukte dat de keuze van de belanghebbende om pas na 36 maanden aangifte te doen, voor haar rekening en risico kwam. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de onderhavige beschikkingen geen aanslagen werden terecht afgegeven door de Inspecteur.