Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, een alleenstaande docente, had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2017, waarbij de Inspecteur haar hypotheekrenteaftrek niet had toegestaan. De belanghebbende stelde dat de woning haar als hoofdverblijf ter beschikking stond en dat zij recht had op aftrek van hypotheekrente en buitengewone lasten voor de zorg van haar nichtje. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat de woning niet als hoofdverblijf werd gebruikt. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat de woning haar hoofdverblijf was en dat de hypotheekrenteaftrek van NAf 18.928 in aanmerking moest worden genomen. Echter, de uitgaven voor het levensonderhoud van haar nichtje konden niet als buitengewone lasten worden afgetrokken, omdat niet voldaan werd aan de wettelijke voorwaarden. Het beroep werd gegrond verklaard, de aanslag werd verminderd naar een belastbaar inkomen van NAf 62.420, en de Inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.