In deze zaak, die zich afspeelt in Curaçao, betreft het een kort geding waarin eiser, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. N.F.C. Themen-Cairo, G. Scheperboer-Parris en E.L. Virginie, een schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis vordert. Dit vonnis, uitgesproken op 6 mei 2024, verklaarde dat eiser contractbreuk had gepleegd en veroordeelde hem tot betaling van een bedrag aan gedaagde, een besloten vennootschap, vertegenwoordigd door mr. R.C. Conquet. Eiser heeft de woning die hij van gedaagde huurde, ontruimd en stelt dat hij in financiële nood verkeert door het gelegde executoriaal beslag op zijn bankrekening. Gedaagde heeft echter betwist dat eiser in een noodtoestand verkeert en stelt dat hij betalingsonwil vertoont. Het gerecht heeft overwogen dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid door gedaagde. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, maar hij is wel toegestaan om kosteloos te procederen. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op NAf 1.000. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.