Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van eisers van 12 december 2023;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door eisers, [EISER 1] en [EISER 2], tegen gedaagde, [GEDAAGDE], met als doel de opheffing van een beslag dat gedaagde heeft gelegd op de pensioenen van eisers. Dit beslag is het gevolg van een eerdere lening die gedaagde in 2009 aan eisers heeft verstrekt, waarvoor in 2012 een vonnis is uitgesproken dat eisers hoofdelijk heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van NAf 96.400 plus rente. In een eerder kort geding in 2022 is bepaald dat gedaagde alleen aanspraak kan maken op de hoofdsom en niet op de rente, en is het beslag op de pensioenen van eisers beperkt. In dit tweede kort geding stellen eisers dat gedaagde ook het restant van de hoofdsom niet meer kan verhalen en dat het beslag moet worden opgeheven. Het gerecht oordeelt echter dat er geen rechtsregel is die gedaagde verbiedt om zijn restantvordering te incasseren en dat hij geen misbruik van bevoegdheid maakt door het vonnis uit 2012 te executeren. De vordering van eisers wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.