Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
1. [naam eiser 1],
2. [naam eiseres 2],
3. [naam eiser 3],
4. [naam eiseres 4],
5. [naam eiser 5],
6. [naam eiseres 6],
de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning
Stadsrust Private Foundation
Inleiding
20 januari 2023 hebben eisers hun gronden aangevuld.
[Eiser 1] en [eiser 5] zijn verschenen, bijgestaan door hun bouwkundig adviseur [naam bouwkundig adviseur] en hun gemachtigde. De overige eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Stadsrust heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Het oordeel van het Gerecht
16 februari 2023. Daaruit volgt dat er zich geen weigeringsgronden voordoen. De minister was daarom ten tijde van de beslissing op het handhavingsverzoek voornemens om de bouwvergunning te verlenen. Er is dus concreet zicht op legalisering volgens de minister. De minister wijst het handhavingsverzoek ten aanzien van het ophogen van de grond af omdat er geen bewijs is overgelegd dat het terrein significant is opgehoogd of uitgegraven.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaarthet beroep tegen het uitblijven van een beslissing op het handhavingsverzoek van eisers van 8 december 2020 niet-ontvankelijk;
- verklaarthet beroep tegen de beschikking van de minister van 10 maart 2023 gegrond;
- vernietigtde beschikking van 10 maart 2023;
- bepaaltdat de minister binnen zes weken na bekendmaking van deze uitspraak opnieuw beslist op het handhavingsverzoek van eisers met inachtneming van deze uitspraak en de uitspraak van vandaag in de zaken CUR202301184 en CUR202400114;
- veroordeeltde minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van NAf 1.400,-;
- bepaaltdat de minister het door eisers betaalde griffierecht van
NAf 150,- aan hen vergoedt.
Informatie over hoger beroep
binnen zes wekenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).