ECLI:NL:OGEAC:2023:72

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
CUR202300702
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op geluidsoverlast door horecagelegenheid in Curaçao

In deze zaak hebben eisers, wonend in de wijk Pietermaai, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap P. ENTERTAINMENT GROUP B.V. h.o.d.n. BAR P, vanwege geluidsoverlast die zij ervaren van het nabijgelegen café. Eisers hebben op 8 maart 2023 een verzoekschrift ingediend, waarna op 5 april 2023 de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting zijn eisers sub 1, 3 en 6 verschenen, vergezeld van hun gemachtigde mr. P. Blom, terwijl gedaagde niet aanwezig was. Na een verzoek van gedaagde om het verstek te zuiveren, is de behandeling op 12 april 2023 voortgezet, waarbij ook gedaagde vertegenwoordigd was.

Eisers vorderen een verbod voor Bar P om muziek ten gehore te brengen en om overlast van haar bezoekers te veroorzaken die de maximaal toegestane geluidswaarden overschrijdt. De rechtbank heeft vastgesteld dat Bar P geen hindervergunning heeft en dat er herhaaldelijk klachten zijn ingediend door de eisers over geluidsoverlast. De eisers hebben hun vordering onderbouwd met verklaringen van omwonenden en metingen van geluidsniveaus die de toegestane waarden overschrijden.

De rechtbank oordeelt dat het spoedeisend belang van eisers is gegeven, gezien de ernstige geluidsoverlast die zij ervaren. De rechtbank verbiedt Bar P om de geluidsnormen te overschrijden en legt een dwangsom op voor elke overtreding. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van eisers vergoed. Het vonnis is op 14 april 2023 uitgesproken door mr. P.E. de Kort.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202300702
Vonnis in kort geding d.d. 14 april 2023 [na herstel]
inzake
[EISERS],
eisers sub 1 en 2 wonend in Nederland,
eisers sub 3 t/m 7 wonend in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. P. Blom,
tegen
de besloten vennootschap
P. ENTERTAINMENT GROUP B.V. h.o.d.n. BAR P,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. N.A. Evertsz.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Eisers hebben op 8 maart 2023 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 5 april 2023 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, alwaar eisers sub 1, 3 en 6 zijn verschenen, vergezeld van mr. Blom. Gedaagde is op die zitting niet verschenen.
1.2.
Nadat mr. Evertsz bij e-mail van 7 april 2023 had bericht het tegen Bar P verleende verstek te willen zuiveren, is de mondelinge behandeling van de zaak voortgezet op 12 april 2023. Op die zitting zijn namens eisers dezelfde personen verschenen, alsmede eiseres sub 2. Namens Bar P zijn verschenen haar bestuurder en mr. Evertsz. Namens partijen is verwezen naar de op voorhand overgelegde pleitnota’s en producties, en is mondeling gerepliceerd en gedupliceerd.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Eisers zijn eigenaren en/of bewoners van woningen in de wijk Pietermaai.
2.2.
Bar P exploiteert een café in de nabijheid van de woningen van eisers, in de Fuikstraat (het steegje tussen Pietermaai en de Nieuwestraat). Het café is op drie doordeweekse dagen open en geregeld in het weekend, tot ongeveer 2 uur ’s nachts. In het café wordt muziek gedraaid. De bezoekers staan veelal buiten in de steeg.
2.3.
Bar P heeft eind 2020 een koffiehuisvergunning-met-later-sluitingsuur aangevraagd, op welke aanvraag door iemand van het ministerie handgeschreven is vermeld dat ‘in samenspraak met de Min MEO’ toestemming wordt verleend om in afwachting van de gevraagde vergunning de bedrijfsactiviteiten aan te vangen onder de voorwaarde dat aanwijzingen van de politie in het belang van de openbare orde, veiligheid en rust onverwijld worden opgevolgd. Op deze koffiehuisvergunningsaanvraag is nog niet beslist.
2.4.
Bar P beschikt niet over een hindervergunning. Zij heeft die ook niet aangevraagd.
2.5.
Eisers hebben zich herhaaldelijk bij Bar P en de politie beklaagd over geluidsoverlast en andere hinder. Bij brief van hun advocaat van 8 juli 2022 is namens eisers een verzoek om handhaving gedaan aan de Minister van Economische Ontwikkeling. Dit alles heeft niet tot het door eisers gewenste resultaat geleid.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Eisers vorderen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Bar P te verbieden “om muziek ten gehore te doen brengen en algemene overlast van haar bezoekers die daarmee gepaard gaat die de maximaal toegestane geluidswaarden overschrijdt en andere onrechtmatigheden veroorzaakt”, een en ander op straffe van een dwangsom, “of zodanige andere voorzieningen te treffen als Uw Gerecht in goede justitie billijk oordeelt”.
3.2.
Bar P heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Eisers stellen dat zij ernstige geluidsoverlast ervaren veroorzaakt door Bar P, waardoor zij geregeld pas na 3 uur ’s nachts ongestoord kunnen slapen. Het voor een vordering in kort geding vereiste spoedeisend belang is daarmee gegeven.
Ontbreken hindervergunning
4.2.
Vaststaat dat Bar P opereert zonder hindervergunning. Hindervergunningen zijn bij uitstek de instrumenten om voorschriften op te leggen waaraan een bedrijf zich moet houden ter voorkoming of beperking van geluidshinder en andere overlast voor omwonenden.
4.3.
Partijen verbinden aan het enkele ontbreken van een hindervergunning in dit kort geding geen consequenties. Eisers hebben benadrukt dat zij niet uit zijn op de sluiting van Bar P, maar dat zij willen bewerkstelligen dat Bar P zich aan de gangbare normen houdt.
Normen voor geluid
4.4.
Dat horecagelegenheden zoals Bar P zich aan – al dan niet door de overheid opgelegde – geluidsnormen moeten houden, is tussen partijen niet in geschil. In de loop der jaren is dit ook al herhaaldelijk door dit gerecht geoordeeld, met een daarop gericht verbod aan het horecabedrijf. Verwezen wordt naar de volgende uitspraken in kort geding:
4.5.
In die zaken is steeds aansluiting gezocht bij de normen die het Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur heeft vastgesteld voor het geluid dat bij bedrijfsactiviteiten ten gehore mag worden gebracht.
4.6.
In het geval van Bar P ligt het voor de hand uit te gaan van de normen zoals die zijn opgenomen in de door eisers overgelegde hindervergunningen uit 2018 en 2021 van 27 Bar & Terrace (aan het Waaigat) en van Cuba Shango Bar Lounge (in de steeg van Bar P). Die normen luiden als volgt:
Geluid- en trillinghinder
1. Het geluidsniveau ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten moet zodanig zijn dat bij de grens van de inrichting de volgende geluidsniveaus (LAeq) niet worden overschreden:
1. 55 dB(A) tussen 07:00 en 19:00 uur;
2. 45 dB(A) tussen 19:00 en 07:00 uur, evenals op zondagen en alg. erkende feestdagen.
Indien het omgevingsgeluidsniveau hoger ligt dan deze waarden, dan zijn de gemeten hogere waarden van toepassing.
2. De UO Milieu- en Natuurbeheer kan met betrekking tot de geluidsbelasting nadere eisen stellen met betrekking tot geluidsbelasting, trillinghinder, tijdstippen, tijdsduur, die in acht moeten worden genomen.
3. Onverminderd mogen de piekwaarden (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en de daarin verrichte werkzaamheden niet meer bedragen dan:
a. 70 dB(A) tussen 07:00 en 19:00 uur;
b. 50 dB(A) tussen 23:00 en 07:00 uur.
Belang eisers bij het gevraagde verbod - geluidshinder
4.7.
Artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek bepaalt onder meer dat de eigenaar van een erf niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 6:162 BW onrechtmatig is, aan de eigenaars van andere erven hinder mag toebrengen, zoals door het verspreiden van rumoer en trillingen.
4.8.
Eisers hebben aan het gevorderde verbod tot overschrijding van de geluidsnormen ten grondslag gelegd dat zij in het bijzonder laat in de avond en ’s nachts veel geluidsoverlast ondervinden van de door Bar P gedraaide muziek en de in de steeg aanwezige klanten van Bar P. Eisers hebben hierbij verwezen naar verklaringen van (andere) omwonenden en hotelgasten, naar foto’s en video’s en naar door de deurwaarder opgemaakte processen-verbaal van constatatie van 14 juni 2022 (omstreeks 23:40 uur) en 10 op 11 januari 2023 (van 23:43 tot 0:25 uur), waarin in de slaapkamer en op de voorporch van de woning van eisers sub 1 en 2 geluidsniveaus tot 61 respectievelijk 81.1 decibel werden vastgesteld. De ter zitting aanwezige eisers hebben verklaard dat de overlast onverminderd voortduurt.
4.9.
Bar P heeft hier tegenin gebracht dat in het verleden (vorig jaar) weliswaar sprake kan zijn geweest van geluidsoverlast, maar dat zij inmiddels isolatiemaatregelen heeft genomen en erop toeziet dat de geluidsnormen niet worden overschreden. Ter zitting heeft Bar P ter ondersteuning van die stelling eigen recente decibelmetingen overgelegd. De door eisers overgelegde verklaringen en klachten zijn volgens Bar P dan ook achterhaald, en de door de deurwaarder in januari 2023 gedane meting kan niet juist zijn en zal ook geluid van andere bronnen (gemotoriseerd verkeer, pratende passanten) hebben meegenomen.
4.10.
Naar het oordeel van het gerecht hebben eisers hun stelling dat Bar P in de aanloop naar dit kort geding geluidsnormen heeft overschreden genoegzaam onderbouwd. Mede gelet op de onweersproken stelling dat Bar P de (inmiddels geïsoleerde) deuren van haar pand open houdt, is de vrees van eisers dat Bar P ook in de toekomst ontoelaatbare geluidshinder zal blijven veroorzaken gerechtvaardigd. Daar komt bij dat niet is gebleken dat de overheid controlerend en handhavend optreedt. Eisers hebben dan ook belang bij een verbod aan Bar P om de normen te overschrijden. Daar tegenover staat geen gerechtvaardigd belang van Bar P tot afwijzing van een dergelijk verbod.
4.11.
Het uit te spreken verbod zal worden versterkt met een dwangsom. Bij de hoogte daarvan zal worden aangesloten bij de eerdere kort gedingen. Tevens in aansluiting op de eerdere kort gedingen en ter vermijding van executiegeschillen, zal voor de verbeurte van een dwangsom een marge van 5 dB(A) van 07:00 tot 23:00 uur en van 3 dB(A) van 23.00 tot 07:00 uur worden aangehouden, en zal slechts dwangsom kunnen worden verbeurd als de overschrijding bij proces-verbaal van een deurwaarder is vastgesteld, zoals in de beslissing van dit vonnis omschreven.
Belang eisers bij het gevraagde verbod - overige hinder
4.12.
Eisers beogen met hun vordering voorts een einde te maken aan andere overlast die zij ervaren van Bar P. Het gaat daarbij volgens eisers om afval, urine en braaksel van klanten van Bar P en om overlast door drugskoeriers. Ook hiervoor verwijzen eisers naar het overlegde beeldmateriaal.
4.13.
Namens Bar P is ter zitting echter verklaard dat zij tegenwoordig op drukke avonden steeds toezicht op de steeg laat houden door twee bewakers en dat het achtergelaten vuil steeds direct wordt opgeruimd en de volgende ochtend door een door Bar P ingeschakeld bedrijf wordt opgehaald. Bar P heeft toegezegd eventuele aanvullende maatregelen te willen nemen om overlast op dit punt te beperken.
4.14.
Gelet op deze reactie van Bar P, alsmede gelet op het feit dat door eisers op dit punt geen specifieke voorstellen zijn geformuleerd, zal de in dit kort geding uit te spreken maatregel beperkt blijven tot de geluidshinder.
Proceskosten
4.15.
Bar P zal op de voet van artikel 60 Rv worden veroordeeld in de kosten.

5.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
verbiedt Bar P muziek en overlast van haar bezoekers ten gehore te (doen) brengen waarbij geluid wordt geproduceerd dat deze normen overschrijdt:
1. Het geluidsniveau ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten moet zodanig zijn dat bij de grens van de inrichting de volgende geluidsniveaus (LAeq) niet worden overschreden:
1. 55 dB(A) tussen 07:00 en 19:00 uur;
2. 45 dB(A) tussen 19:00 en 07:00 uur, evenals op zondagen en alg. erkende feestdagen.
Indien het omgevingsgeluidsniveau hoger ligt dan deze waarden, dan zijn de gemeten hogere waarden van toepassing.
2. De UO Milieu- en Natuurbeheer kan met betrekking tot de geluidsbelasting nadere eisen stellen met betrekking tot geluidsbelasting, trillinghinder, tijdstippen, tijdsduur, die in acht moeten worden genomen.
3. Onverminderd mogen de piekwaarden (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en de daarin verrichte werkzaamheden niet meer bedragen dan:
a. 70 dB(A) tussen 07:00 en 19:00 uur;
b. 50 dB(A) tussen 23:00 en 07:00 uur;
5.2.
veroordeelt Bar P tot betaling aan eisers gezamenlijk van een na de betekening van dit vonnis te verbeuren dwangsom van NAf 10.000 voor iedere keer dat Bar P in strijd handelt met het onder 5.1 gegeven verbod, zulks tot een maximum van NAf 150.000 is bereikt, met dien verstande dat overtreding van het verbod alleen zal kunnen blijken uit een door een deurwaarder opgemaakt proces-verbaal, waaruit moet blijken:
dat de meting heeft plaatsgevonden op de voorporch en/of in een slaapkamer van de woning eisers sub 1 en 2, of in een slaapkamer van de woning van eiser sub 3;
dat de overtreding is geconstateerd met een decibellenmeter;
dat de overtreding meer bedraagt dan het voor de betrokken periodes toegestane maximumwaarden als onder 5.1 weergegeven, verhoogd met 5 dB(A) van 07:00 tot 23:00 uur en met 3 dB(A) van 23.00 tot 07:00 uur;
in hoeverre volgens de deurwaarder de gemeten maxima veroorzaakt zijn door de bedrijfsactiviteiten van Bar P en niet (ook) door andere geluidsbronnen en het omgevingsgeluidsniveau;
bepaalt dat per etmaal maximaal één dwangsom kan worden verbeurd.
5.3.
veroordeelt Bar P in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 353,74 aan oproepingskosten en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 14 april 2023 in het openbaar uitgesproken.