ECLI:NL:OGEAC:2014:17

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 maart 2014
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
61735/2013
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • P.W. van Schendel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geluidshinder door Saint Tropez Ocean Club in kort geding

In deze zaak, die op 13 maart 2014 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door eisers, beiden wonende in Curaçao, tegen de naamloze vennootschap Kyon N.V., handelend onder de naam Saint Tropez Ocean Club. De eisers, vertegenwoordigd door mr. Linda M. Douglas, stelden dat zij hinder ondervonden van geluidsoverlast veroorzaakt door de muziek die door Saint Tropez ten gehore werd gebracht. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. V.S. La Fleur, betwistte de claims van de eisers en voerde aan dat er geen objectieve normen zijn om geluidshinder vast te stellen.

De procedure begon met een plaatsopname op 25 oktober 2013, waarbij de rechter en de griffier de situatie ter plaatse hebben bekeken. Tijdens de behandeling op 13 februari 2014 heeft de eiser zijn eis gewijzigd en zijn standpunt verder toegelicht. De rechter oordeelde dat het geschil zich wel degelijk leent voor behandeling in kort geding, ondanks de lange duur van de procedure en het ontbreken van door de overheid vastgestelde normen.

De rechter concludeerde dat de eisers, hoewel niet continu, hinder ondervonden van de muziek van Saint Tropez. De rechter oordeelde dat het belang van de bewoners zwaarder weegt dan de commerciële belangen van de horeca. Het vonnis bevatte specifieke geluidsmaxima die Saint Tropez moest naleven, en het verbod om muziek ten gehore te brengen die deze niveaus overschrijdt. Tevens werd bepaald dat overtredingen zouden leiden tot dwangsommen en dat Saint Tropez de proceskosten van de eisers diende te vergoeden. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Datum: 13 maart 2014
AR nummer : 61735/2013 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO
Vonnis in kort geding in de zaak van:

[EISERS],

beiden wonende in Curacao,
eisers,
gemachtigde: mr. Linda M. Douglas,
tegen
de naamloze vennootschap
Kyon N.V.,h.o.d.n.
Saint Tropez Ocean Club,
gevestigd in Curacao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. V.S. La Fleur.
Dit vonnis bouwt voort op het tussenvonnis van 3 oktober 2013.
[…]

1.Het verdere verloop van de procedure

Op 25 oktober 2013 hebben de rechter en de griffier de plaatselijke gesteldheid van de percelen van partijen opgenomen. Partijen en hun gemachtigden waren daarbij aanwezig evenals de in het tussenvonnis genoemde heer […] van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur. De laatste heeft nadere inlichtingen verstrekt en zich bereid verklaard om geluidsmetingen te doen. Daarvan was het eind januari 2014 nog niet gekomen.
Op 13 februari 2014 heeft [eiser] tijdens de voortgezette behandeling zijn eis gewijzigd en zijn standpunt door zijn gemachtigde nader doen toelichten. De gemachtigde van Saint Tropez heeft bij haar stellingen volhard. [Eiser] in persoon en mevrouw […] en de heer […] van Saint Tropez hebben ook nog het woord gevoerd.
Het vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1
Saint Tropez heeft gesteld dat het geschil van partijen zich niet leent voor
behandeling in kort geding. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de procedure al bijna een jaar duurt en dat in Curacao geen normen bestaan aan de hand waarvan op objectieve wijze kan worden vastgesteld of sprake is van geluidshinder.
Saint Tropez wordt niet gevolgd in haar mening. Het tegengaan van geluidhinder is uit de aard spoedeisend en dit wordt niet anders, veeleer integendeel, doordat de procedure al een jaar duurt. Het ontbreken van door de overheid vastgestelde normen staat evenmin aan een beslissing in kort geding in de weg. Het tegendeel ligt veeleer in de rede. Het kan niet zo zijn dat de Horeca vrij spel heeft omdat de overheid verstek laat gaan.
2.2
Saint Tropez heeft verder het verweer gevoerd dat van geluidshinder geen sprake is en dat [eiser] als enige over overlast heeft geklaagd. De andere buren, aldus Saint Tropez, hebben aangegeven geen hinder te ondervinden van de door haar ten gehore gebrachte muziek.
Dit laatste moge juist zijn maar raakt niet de omstandigheid dat dit bij [eiser] anders ligt. Bovendien heeft deze, onder verwijzing naar klachten te vinden op "
Booking.com" aangegeven dat de gasten van de appartementen van Saint Tropez zelf wel degelijk last hebben van de luide muziek.
Bij dit alles komt nog dat onjuist is om aan de subjectieve beleving van hinder door [eiser] geen betekenis toe te kennen ingeval hij daarover als enige zou klagen. Ook in dat geval blijft gelden dat beoordeeld moet worden of zijn klachten op redelijke gronden berusten.
2.3 [
Eiser] heeft aangegeven dat zijn klachten zich thans voornamelijk richten op de life muziek die Saint Tropez op vrijdagavonden ten gehore brengt. De voorheen ook op andere dagen gespeelde life muziek heeft Saint Tropez op verzoek van [eiser] opgegeven. Op die dagen is zij overgegaan op niet-life muziek waarvan het volume beter onder controle is te houden. De aldus ten gehore gebrachte achtergrondmuziek zorgt niet voor geluidoverlast.
Uit deze, door Saint Tropez niet betwiste, gang van zaken mag worden opgemaakt dat Saint Tropez zich ervan bewust is dat wat naar haar normen aanvaardbaar zou moeten zijn dat voor een ander niet behoeft te zijn en dat zij bereid is zich binnen redelijke grenzen daarnaar te richten. In dit verband is ook tekenend de in het tijdschrift "Quote" aan […] van Saint Tropez toegeschreven uitspraak
"Af en toe wel ruzie met de buren wegens geluidsoverlast, maar ik heb inmiddels goede afspraken met hen. In de weekends gaan zij gewoon naar hun tweede huis, elders op het eiland."De ontkenning door Saint Tropez dat deze uitspraak van haar afkomstig is, baat haar niet nu zij, hoewel daartoe in staat te achten, niet heeft aangegeven wie dan wel de zegsman van deze opmerking was. Bovendien heeft zij zich gedurende de procedure meer dan eens op het standpunt gesteld dat [eiser] er verstandig aan zou doen om, bij ondervonden overlast, het veld te ruimen en naar zijn appartement elders te gaan.
2.4
In het kader van dit kort geding wordt derhalve voldoende aannemelijk geacht dat [eiser], zij het niet gedurig, hinder ondervindt van de door Saint Tropez ten gehore gebrachte muziek.
Saint Tropez heeft betoogd dat [eiser] dit behoort te dulden in het belang van het uitgaansleven dat het woonkarakter ter plaatse is gaan overheersen.
Dit argument gaat niet op al was het alleen maar al omdat commercieel belang niet per definitie zwaarder dient te wegen dan het belang van de bewoners. Daarover zou wellicht anders geoordeeld moeten worden als de bewoners zich in het uitgaansgebied zouden hebben gevestigd, maar het omgekeerde is het geval. Het gebied van Pietermaai en Van Walbeeckplein was van oudsher een woongebied en is dat deels nog steeds.
Verder is niet zonder meer op het woord alleen van Saint Tropez als in rechte vaststaand aan te nemen dat haar bedrijfsresultaten onvoldoende zullen zijn als zij geen luide al dan niet life-muziek ten gehore mag brengen.
Bij dit alles past nog de constatering dat Saint Tropez zich voor haar vestiging ter plaatse niet op de hoogte heeft gesteld van de eisen waaraan haar bedrijfsvoering zou behoren te voldoen en zij de exploitatie is gestart zonder over de vereiste vergunningen te beschikken. De mogelijk nadelige gevolgen daarvan kunnen niet op [eiser] worden afgewenteld.
2.5
De conclusie uit het voorgaande is dat het Saint Tropez niet vrijstaat om muziek met zoveel volume ten gehore te brengen dat [eiser] daarvan in niet te aanvaarden mate hinder ondervindt.
Voor de maatstaf of van hinder in niet aanvaardbare mate sprake is wordt aansluiting gezocht bij de richtlijnen als weergegeven in de (inmiddels niet meer concept-) memo van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur van 27 september 2013 als opgenomen in het tussenvonnis. Uitgangspunt hierbij is het gemeten niveau van het achtergrondgeluid vermeerderd met enkele decibellen.
De in het memo genoemde decibellen achtergrondgeluid worden, bij gebreke van concrete andersluidende gegevens, overgenomen: overdag van 07:00 tot 19:00:55 dB(A);'s avonds van 19:00 tot 23:00:50 dB(A);'s nachts van 23: tot 07:00:45 dB(A). Als in het memo gesteld dient hieraan 3 tot 5 dB(A) worden toegevoegd om het niveau te bereiken dat het gemiddeld menselijke oor als storend kan beleven.
In dit kort geding wordt aangenomen dat dit stadium voor [eiser] bereikt wordt bij een achtergrondgeluid vermeerderd met 5 decibel.
2.6
Het voorgaande betekent dat het Saint Tropez zal worden verboden om muziek ten gehore te brengen die luider is dan:
overdag van 7 uur tot 19.00 uur 60 decibel, in de avond van 19.00 tot 23.00 uur 55 decibel en 's nachts van 23.00 tot 7 uur 50 decibel.
Anders dan door [eiser] voorgesteld is er geen goede grond om life muziek totaal te verbieden. Zowel bij life muziek als bij mechanisch/elektrisch opgewekte muziek gaat het erom dat de toegestane geluidsniveaus niet worden overschreden.
Bij de overige door [eiser] geformuleerde eisen heeft hij, gelet op dit laatste, evenmin voldoende belang. Of Saint Tropez al dan niet op basis van vergunningen opereert gaat hem niet aan. Dit wordt alleen anders als hij daarvan hinder, geluidshinder of andersoortige hinder, ondervindt.
Dit alles neemt niet weg dat het [eiser] zal sieren als hij bereidheid toont om, zoals uit zijn petitum ook blijkt, op verzoek van Saint Tropez bij bijzondere gelegenheden een hoger geluidsvolume toe te laten dan in deze uitspraak zal worden vastgelegd.
2.7
Ter vermijding van executie- en andere geschillen zullen in het dictum nadere bepalingen worden opgenomen met betrekkingen tot de constatering van door [eiser] gestelde geluidshinder en zullen de verboden betrekking hebben op het gehele etmaal. De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd. Saint Tropez zal, als de in het ongelijk te stellen partij, de proceskosten dienen te dragen.

3.De beslissing in kort geding

3.1
Verbiedt Saint Tropez om muziek ten gehore te brengen die de volgende geluidsmaxima overschrijdt:
  • overdag van 7 tot 19.00 uur: 60 decibel,
  • 's avonds van 19.00 tot 23.00 uur: 55 decibel,
  • 's nachts van 23.00 tot 7 uur: 50 decibel.
3.2
Bepaalt dat van de overtreding van het in 3.1 gegeven verbod, alleen zal kunnen blijken uit een deurwaardersexploot. In dat exploot zal moeten zijn vermeld dat de overtreding van de verboden is geconstateerd aan de hand van een decibellenmeter en meer bedraagt dan het voor de betrokken perioden toegestane maximum.
Verder zal uit het deurwaardersexploot moeten blijken dat de geluidsmetingen hebben plaatsgevonden aan de achterzijde van het huis van [eiser] op het punt gelegen een meter van de achtergevel en een meter van de erfgrens van de percelen van partijen. Van de overtredingen zal ook kunnen blijken uit constateringen van de politie of van het overheidsorgaan dat voor het overige belast is met de handhaving van orde en rust.
3.3
Bepaalt dat Saint Tropez voor elke na betekening van dit vonnis op de voorgeschreven wijze geconstateerde overtreding een dwangsom zal verbeuren van NAF 10.000,-- met dien verstande dat per etmaal maar een dwangsom wordt verbeurd. Bepaalt dat boven een bedrag van NAF 500.000,-- geen dwangsommen zullen zijn verbeurd.
3.4
Veroordeelt Saint Tropez in de voor het voeren van deze procedure aan de zijde van [eiser] gevallen kosten. Begroot deze kosten tot aan de uitspraak op Naf 744,95 voor verschotten en Naf 2.500,-- voor salaris gemachtigde.
3.5
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.6 Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit kortgedingvonnis is gewezen door mr. P.W. van Schendel en uitgesproken op de openbare zitting van 13 maart 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.