ECLI:NL:OGEAC:2023:69

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
CUR202200182
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting wegens toezegging van de Ontvanger

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 9 maart 2023 uitspraak gedaan over een beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting over de maand april 2020. De naheffingsaanslag, opgelegd op 30 oktober 2020, betrof een bedrag van NAf 2.032. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur heeft op 20 december 2021 de aanslag gehandhaafd. Vervolgens heeft belanghebbende op 25 januari 2022 beroep ingesteld bij het Gerecht, waarbij griffierecht van NAf 150 is betaald.

Op 17 januari 2023 heeft de Inspecteur het Gerecht en belanghebbende geïnformeerd dat de aanslag omzetbelasting over april 2020 door de Ontvanger buiten invordering is gesteld en niet meer zal worden geïnd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het beroep niet meer tot een gunstiger resultaat kan leiden voor belanghebbende, waardoor het belang aan de beroepsprocedure is komen te ontvallen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien er geen belang meer is bij een uitspraak.

De uitspraak bevat ook bepalingen over proceskosten en griffierecht. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten, maar heeft de Inspecteur wel opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd en is in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak van 9 maart 2023
BBZ nrs. CUR202200182
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 30 oktober 2020 een naheffingsaanslag omzetbelasting over de maand april 2020 opgelegd met een te betalen bedrag aan omzetbelasting van NAf 2.032.
1.2
Belanghebbende heeft op 11 november 2020 tegen bovengenoemde naheffingsaanslag bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur op 20 december 2021 uitspraak op bezwaar gedaan en de naheffingsaanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 25 januari 2022 tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.5
De Inspecteur heeft op 17 januari 2023 een e-mail naar het Gerecht verstuurd waarin zij het Gerecht en belanghebbende op de hoogte stelt dat de aanslag omzetbelasting over de periode april 2020 door de Ontvanger buiten invordering is gesteld en niet meer zal worden geïnd.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 18 januari 2023 te Willemstad. Namens belanghebbende is [A]., directeur van belanghebbende, verschenen. De Inspecteur is, met berichtgeving, niet verschenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Op 17 januari 2023 heeft de Inspecteur een e-mailcorrespondentie tussen de Ontvanger en de Inspectie aan het Gerecht doen toekomen. In deze e-mail van 17 januari 2023 is het volgende opgenomen.
‘Geachte mevrouw [V],
Middels deze bevestigen wij u dat de Landsontvanger van Curaçao de aanslag OB 2020-04 met nummer 0220160034404 buiten invordering heeft geplaats en dat de belastingplichtige niet verder bemoeilijkt zal worden voor deze.
Vertrouwende u voldoende te hebben geïnformeerd verblijven wij met de meeste hoogachting.
Namens de Landsontvanger van Curaçao,
[M]
Senior Medewerker Invordering
Tel [00]’
2.2
Als bijlage bij zijn e-mail van 17 januari 2023 heeft de Inspecteur een debiteurenlijst van belanghebbende van 17 januari 2023 opgenomen, waarop voor de naheffingsaanslag omzetbelasting over april 2020 bij de kolom ‘Laatst genomen actie’ vermeld staat ‘ Oninbare post- toegewezen’.
2.3
De toezegging van de Ontvanger dat de naheffingsaanslag omzetbelasting buiten invordering is gesteld en tevens in de toekomst niet meer geïnd zal worden, brengt mee dat het beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden. Daarmee komt het belang aan deze beroepsprocedure te ontvallen, daar het Gerecht van oordeel is dat dit gelijk kan worden gesteld met kwijtschelding (HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1876). Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op het beroep, dient dit beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten omdat geen sprake is van door een derde verleende beroepsmatige rechtsbijstand.
3.2
Wel dient de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart het beroep tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over de maand april 2020 niet- ontvankelijk; en
  • draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 150 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en uitgesproken op 9 maart 2023, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc .
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500