Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 maart 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep van een belanghebbende tegen naheffingsaanslagen opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, gevestigd te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen verschillende naheffingsaanslagen voor de jaren 2016 tot en met 2020. De Inspecteur verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in haar bezwaren, waarna de belanghebbende op 23 februari 2022 beroep instelde bij het Gerecht. Het Gerecht moest beoordelen of het beroep ontvankelijk was, gezien de termijnoverschrijding van het indienen van het beroepschrift.
De belanghebbende voerde aan dat de termijnoverschrijding te wijten was aan het feit dat haar directeur de Nederlandse taal niet goed beheerst, waardoor hij moeite had om de stukken van de belastingdienst te begrijpen. Het Gerecht oordeelde echter dat deze omstandigheid niet voldoende was om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Het beroepschrift was te laat ingediend, en de belanghebbende werd niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.
Ten overvloede merkte het Gerecht op dat de Inspecteur ter zitting had toegezegd de boetes te vernietigen en bij het opleggen van de aanslagen rekening te houden met het gebruikelijk loon. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, en de griffier was M.M.M. Faro MSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.