ECLI:NL:OGEAC:2023:47

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
CUR202200868 t/m CUR202200874
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslagen en termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 maart 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep van een belanghebbende tegen naheffingsaanslagen opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, gevestigd te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen verschillende naheffingsaanslagen voor de jaren 2016 tot en met 2020. De Inspecteur verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in haar bezwaren, waarna de belanghebbende op 23 februari 2022 beroep instelde bij het Gerecht. Het Gerecht moest beoordelen of het beroep ontvankelijk was, gezien de termijnoverschrijding van het indienen van het beroepschrift.

De belanghebbende voerde aan dat de termijnoverschrijding te wijten was aan het feit dat haar directeur de Nederlandse taal niet goed beheerst, waardoor hij moeite had om de stukken van de belastingdienst te begrijpen. Het Gerecht oordeelde echter dat deze omstandigheid niet voldoende was om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Het beroepschrift was te laat ingediend, en de belanghebbende werd niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.

Ten overvloede merkte het Gerecht op dat de Inspecteur ter zitting had toegezegd de boetes te vernietigen en bij het opleggen van de aanslagen rekening te houden met het gebruikelijk loon. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, en de griffier was M.M.M. Faro MSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 14 maart 2023
BBZ nrs. CUR202200868 t/m CUR202200874
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn voor de maanden januari, september en oktober 2016 naheffingsaanslagen premie AVBZ, voor de maand oktober 2017 een naheffingsaanslag premie AVBZ, voor de maand december 2017 naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AVBZ en BVZ, voor de maand augustus 2018 naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AVBZ en BVZ, voor de maanden januari, maart, juli, augustus, september, oktober en november 2019 naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AVBZ en BVZ en voor de maand februari 2020 naheffingsaanslagen loonbelasting, premies AOV/AWW, AVBZ en BVZ met verzuimboetes opgelegd.
1.2
Belanghebbende heeft op 29 januari 2021 tegen bovengenoemde naheffingsaanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 20 december 2021 belanghebbende niet- ontvankelijk verklaard in haar bezwaren.
1.4
Belanghebbende heeft op 23 februari 2022 tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.5
De Inspecteur heeft op 16 januari 2023 een verweerschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 20 januari 2023 te Willemstad. Namens belanghebbende zijn de heer [A], directeur van belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, [B] verschenen. Namens de Inspecteur is [C] verschenen.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep

2.1
Alvorens tot een eventuele inhoudelijke beoordeling van het geschil te kunnen overgaan, dient het Gerecht de ontvankelijkheid van belanghebbendes beroep te beoordelen.
2.2
In artikel 31, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een door de Inspecteur gedane uitspraak, binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak een beroepschrift kan indienen bij het Gerecht.
2.3
De onderhavige uitspraken op bezwaar zijn gedagtekend op 20 december 2021. Het beroepschrift had derhalve uiterlijk 20 februari 2022 ingediend moeten worden. 20 februari 2022 was op een zondag, zodat de beroepstermijn verlengd wordt tot en met maandag, 21 februari 2022. Het beroepschrift is echter op 23 februari 2022 ingediend. Dit beroepschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
2.4
Een niet-ontvankelijkverklaring van een beroep op grond van termijnoverschrijding blijft op grond van artikel 5, lid 4, Landsverordening op het beroep in belastingzaken (LBB) echter achterwege ingeval van bijzondere omstandigheden.
2.5
Ter zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende aangevoerd dat de termijnoverschrijding te wijten is aan het feit dat de directeur van belanghebbende de Nederlandse taal niet goed beheerst en om die reden moeite heeft om stukken afkomstig van de belastingdienst te begrijpen. Daardoor zijn deze stukken langer blijven liggen. Naar het oordeel van het Gerecht is dat geen omstandigheid op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten (vgl. CRvB 28 mei 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1848). Het beroep dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.6
Ten overvloede merkt het Gerecht op dat de Inspecteur ter zitting heeft toegezegd de boetes te vernietigen en bij het opleggen van de aanslagen winstbelasting rekening te houden met het gebruikelijk loon.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep tegen de onder 1.1 genoemde naheffingsaanslagen niet- ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en uitgesproken op 14 maart 2023, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc .
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500