Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Wettelijk kader
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
Bezwaarfase
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 11 september 2023 uitspraak gedaan over een navorderingsaanslag onroerendezaakbelasting (OZB) die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2015. Belanghebbende, die de onroerende zaak in 2008 had gekocht, stelde dat zij geen aangifteplicht had op basis van de overgangsbepaling van de Landsverordening belastingmaatregelen 2019, omdat zij in de afgelopen vijf jaar drie aanslagen OZB had ontvangen. De Inspecteur daarentegen betoogde dat belanghebbende wel aangifte had moeten doen, omdat zij verzuimd had dit te doen op basis van de overgangsbepaling.
Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende geen aangifteplicht had, aangezien zij in de afgelopen vijf jaar meerdere aanslagen had ontvangen en dus bekend was bij de Inspecteur. De navorderingsaanslag was opgelegd buiten de vijfjaarstermijn en werd daarom vernietigd. Het beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard, en de Inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die op NAf 1.400 werden vastgesteld. Tevens diende de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de overgangsbepalingen in belastingzaken en de termijnen voor het opleggen van navorderingsaanslagen.