ECLI:NL:OGEAC:2022:357

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
555.00114/22
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van woningoverval met geweld en bedreiging

In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 december 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van een woningoverval op 11 april 2022. De verdachte, geboren op [datum] in [land], werd beschuldigd van het samen met anderen plegen van diefstal met geweld en bedreiging. De zaak kwam tot stand na meerdere terechtzittingen, waarbij het Gerecht kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. S.R.C. Polderman, en de verdediging door de raadsvrouw, mr. A.N. Sulvaran.

De tenlastelegging omvatte onder andere het gezamenlijk met anderen in de woning van de slachtoffers binnendringen, hen te bedreigen en goederen weg te nemen. De verdachte ontkende echter te hebben geweten dat zijn medeverdachten een woningoverval zouden plegen, maar het Gerecht oordeelde dat zijn rol als aanwijzer van de woning en het afzetten van de medeverdachten in de nabijheid van de woning voldoende was om hem als medepleger aan te merken. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de plannen van zijn medeverdachten en dat zijn bijdrage aan de overval substantieel was.

Het Gerecht heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen en aan het voorhanden hebben van munitie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Het Gerecht hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn isolement in detentie en de afhankelijkheid van zijn gezin van hem.

Uitspraak

Parketnummer: 555.00114/22

Uitspraak: 21 december 2022 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] in [land],
wonende in [land] op [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 augustus 2022, 14 oktober 2022 en 30 november 2022.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.R.C. Polderman, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvouw,
mr. A.N. Sulvaran naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair:
hij op of omstreeks 11 april 2022, althans in of omstreeks de maand april 2022 te Curacao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
  • een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een portemonnee inhoudende US$ 100,- en/of NAF. 400,- en/of een pinpas van de MCB bank en/of,
  • US $ 600,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig heuptas en/of een plastic zak inhoudende een geldbedrag en/of,
  • twee (gouden) oorbellen en/of,
  • een aantal sieraden en/of,
  • een schooltas en/of,
  • US $ 85 en/of 300 Chinese yen, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig schooltas (van het merk Toto) inhoudende een identiteitskaart ten name van [S.Z.] en/of een etui inhoudende schrijfgerei
in elke geval (enig) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [M.Z.] en/of aan [C.H.] en/of aan [P.Z.] en/of aan [X.Z.] en/of aan [S.Z.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of aan [S.Z.], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf n/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • het (dreigend) met gemaskerd(e) en/of bedekt(e) gezicht(en) de woning en/of de slaapkamer(s) van die [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] binnendringen en/of,
  • met kracht een mobiele telefoon van/ uit de handen van die [M.Z.] weg te slaan en/of,
  • die [M.Z.] naar haar slaapkamer te achtervolgen en/of de slaapkamerdeur met kracht open te duwen en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon de kinderen van die [M.Z.] aanmanen om op de grond te gaan liggen en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [M.Z.] herhaaldelijk aanmanen om geld en/of met de dood te bedreigen en/of,
  • met die [C.H.] te vechten en/of te worstelen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of,
  • met kracht een of meerdere malen die [C.H.] op zijn handen te slaan en/of stompen en/of,
  • (met kracht) de slaapkamerdeur van de slaapkamer van die [P.Z.] open te duwen en/of die [P.Z.] op de grond te duwen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [P.Z.] en/of voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of aan de hoofd van die [P.Z.] te plaatsen en/of,
  • (met kracht) de moeder van die [M.Z.] weg te duwen,
en/of
hij op of omstreeks 11 april 2022, althans in of omstreeks de maand april 2022 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.], heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een portemonnee inhoudende US $ 100,- en/of NAF. 400,- en/of een pinpas van de MCB bank en/of,
  • US $ 600,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig heuptas en/of een plastic zak inhoudende een geldbedrag en/of,
  • twee (gouden) oorbellen en/of,
  • een aantal sieraden en/of,
  • een schooltas en/of,
  • US $ 85 en/of 300 Chinese yen, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig schooltas (van het merk Toto) inhoudende een identiteitskaart ten name van [S.Z.] en/of een etui inhoudende schrijfgerei
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.Z.] en/of aan [C.H.] en/of aan [P.Z.] en/of aan [X.Z.] en/of aan [S.Z.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • het (dreigend) met gemaskerd(e) en/of bedekt(e) gezicht(en) de woning en/of de slaapkamer(s) van die [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] binnendringen en/of,
  • die [M.Z.] naar haar slaapkamer te achtervolgen en/of de slaapkamerdeur met kracht open te duwen en/of,
  • met kracht een mobiele telefoon van/ uit de handen van die [M.Z.] weg te slaan en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon de zonen van die [M.Z.] aanmanen om op de grond te gaan liggen en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [M.Z.] herhaaldelijk aanmanen om geld en/of met de dood te bedreigen en/of,
  • met die [C.H.] te vechten en/of te worstelen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of,
  • met kracht een of meerdere malen die [C.H.] op zijn handen te slaan en/of stompen en/of,
  • (met kracht) de slaapkamerdeur van de slaapkamer van die [P.Z.] open te duwen en/of die [P.Z.] op de grond te duwen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [P.Z.] en/of voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of aan de hoofd van die [P.Z.] te plaatsen en/of,
  • (met kracht) de moeder van die [M.Z.] weg te duwen;
Feit 1 subsidiair:
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 11 april 2022, althans in of omstreeks de maand april 2022 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
  • een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een portemonnee inhoudende US $ 100,- en/of NAF. 400,- en/of een pinpas van de MCB bank en/of,
  • US $ 600,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig heuptas en/of een plastic zak inhoudende een geldbedrag en/of,
  • twee (gouden) oorbellen en/of,
  • een aantal sieraden en/of,
  • een schooltas en/of,
  • US $ 85 en/of 300 Chinese yen, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig schooltas (van het merk Toto) inhoudende een identiteitskaart ten name van [S.Z.] en/of een etui inhoudende schrijfgerei
in elke geval (enig) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [M.Z.] en/of aan [C.H.] en/of aan [P.Z.] en/of aan [X.Z.] en/of aan [S.Z.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of hun mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of aan [S.Z.], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • het (dreigend) met gemaskerd(e) en/of bedekt(e) gezicht(en) de woning en/of de slaapkamer(s) van die [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] binnendringen en/of,
  • die [M.Z.] naar haar slaapkamer te achtervolgen en/of de slaapkamerdeur met kracht open te duwen en/of,
  • met kracht een mobiele telefoon van/ uit de handen van die [M.Z.] weg te slaan en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon de zonen van die [M.Z.] aanmanen om op de grond te gaan liggen en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [M.Z.] herhaaldelijk aanmanen om geld en/of met de dood te bedreigen en/of,
  • met die [C.H.] te vechten en/of te worstelen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of,
  • met kracht een of meerdere malen die [C.H.] op zijn handen te slaan en/of stompen en/of,
  • (met kracht) de slaapkamerdeur van de slaapkamer van die [P.Z.] open te duwen en/of die [P.Z.] op de grond te duwen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [P.Z.] en/of voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of aan de hoofd van die [P.Z.] te plaatsen en/of,
  • (met kracht) de moeder van die {M.Z.] weg te duwen,
en/of
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 11 april 2022, althans in of omstreeks de maand april 2022 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.], heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een portemonnee inhoudende US $ 100,- en/of NAF. 400,- en/of een pinpas van de MCB bank en/of,
  • US $ 600,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig heuptas en/of een plastic zak inhoudende een geldbedrag en/of,
  • twee (gouden) oorbellen en/of,
  • een aantal sieraden en/of,
  • een schooltas en/of,
  • US $ 85 en/of 300 Chinese yen, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een bruinkleurig schooltas (van het merk Toto) inhoudende een identiteitskaart ten name van [S.Z.] en/of een etui inhoudende schrijfgerei
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.Z.] en/of aan [C.H.] en/of aan [P.Z.] en/of aan [X.Z.] en/of aan [S.Z.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het,
  • (dreigend) met gemaskerd(e) en/of bedekt(e) gezicht(en) de woning en/of de slaapkamer(s) van die [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] binnendringen en/of,
  • die [M.Z.] naar een slaapkamer te achtervolgen en/of de slaapkamerdeur met kracht open te duwen en/of,
  • met kracht een mobiele telefoon van/uit de handen van die [M.Z.] weg te slaan en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon de zonen van die [M.Z.] aanmanen om op de grond te gaan liggen en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [M.Z.] herhaaldelijk aanmanen om geld en/of met de dood te bedreigen en/of,
  • met die [C.H.] te vechten en/of te worstelen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [M.Z.] en/of die [C.H.] en/of die [P.Z.] en/of die [X.Z.] en/of die [S.Z.] voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of,
  • met kracht een of meerdere malen die [C.H.] op zijn handen te slaan en/of stompen en/of,
  • (met kracht) de slaapkamerdeur van de slaapkamer van die [P.Z.] open te duwen en/of die [P.Z.] op de grond te duwen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) [P.Z.] en/of voor te houden en/of tonen en/of richten en/of gericht houden en/of aan de hoofd van die [P.Z.] te plaatsen en/of,
  • (met kracht) de moeder van die [M.Z.] weg te duwen
bij en/of tot welk feit verdachte op of omstreeks 11 april 2022 te Curacao opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
  • het plan om een beroving te gaan plegen bij een woning te [adres] samen met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] heeft beraamd en/of besproken en/of informatie heeft verschaft en/of verstrekt over geld en/of goederen bij die woning en/of,
  • die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] naar de woning gelegen te [adres] heeft gebracht en/of afgezet;
Feit 2:
hij op of omstreeks 11 april 2022, althans in of omstreeks de maand april 2022, in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het Gerecht deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Overwegingen omtrent het bewijs van feit 1 primair
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van betrokkenheid bij deze woningoverval. Subsidiair heeft zij bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het medeplegen van die woningoverval. Daartoe heeft zij aangevoerd dat geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de anderen, nu het handelen van de verdachte niet meer heeft omvat dan het geven van informatie over de woning en het daarheen brengen van die anderen.
Het Gerecht stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen of het op de uitkijk staan), kan toch sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Het Gerecht hecht eraan op te merken dat de betrokkenen in deze zaak niet bepaald het achterste van hun tong hebben laten zien. Zo heeft [medeverdachte 1] getracht zijn eigen rol sterk te minimaliseren, terwijl uit het dossier blijkt dat zijn financiële problemen de directe aanleiding voor de woningoverval waren. Daar komt bij dat zijn verklaring over de gang van zaken niet aansluit bij de verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. Het Gerecht heeft ook geconstateerd dat de verklaringen van [medeverdachte 2] van 23 april 2022 en 27 mei 2022, vooral voor wat betreft de rol van de verdachte, niet met elkaar overeenkomen. Het Gerecht zal bij de beoordeling van deze zaak uitgaan van de verklaring van [medeverdachte 2] van 27 mei 2022, aangezien hij in die verklaring heeft uitgelegd waarom hij eerst anders heeft verklaard en die verklaring bovendien steun vindt in andere bewijsmiddelen.
De verklaring van de verdachte houdt niet meer in dan dat hij de genoemde medeverdachten daar heeft afgezet tegen betaling. Volgens hem liegen [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. Dat geldt ook voor verklaringen van anderen, die hem kennelijk niet passen, onder wie zijn vriendin en de vriendin van [medeverdachte 1].
Gelet hierop zal het Gerecht behoedzaamheid betrachten bij de beoordeling van deze verklaringen. Voor zover onderdelen in die verklaringen ondersteuning vinden in onderdelen van andere verklaringen of ander bewijsmateriaal acht het Gerecht het verantwoord daaruit bewijs te putten.
Het Gerecht stelt op grond van het dossier vast dat de verdachte de betreffende woning op enig moment voorafgaand aan de overval aan een van de drie mededaders heeft aangewezen. Hij heeft daarbij aangegeven dat er in die woning veel contant geld ligt. Op de dag van de overval heeft [medeverdachte 1] diverse personen om geld gevraagd omdat hij in grote financiële nood verkeerde. Niemand heeft hem dit geld kunnen of willen lenen. Er is daarna in ieder geval volgens [medeverdachte 2] over de woningoverval gesproken, waarna [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] met dat doel kort voor middernacht door de verdachte in de nabijheid van die woning zijn afgezet.
De verdachte ontkent niet dat hij [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] daar heeft afgezet. Hij ontkent wel te hebben geweten dat zij een woning zouden gaan vervallen. Het Gerecht gaat aan deze ontkenning voorbij. Nog daargelaten dat deze ontkenning niet te rijmen is met hetgeen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ter zake hebben verklaard. Daar komt nog bij dat uit de verklaring van de vriendin van [medeverdachte 1] kan worden afgeleid dat de verdachte op 12 april 2022, de dag nadat [medeverdachte 1] in verband met deze overval is aangehouden, naar haar woning is gekomen om uit te leggen wat er met [medeverdachte 1] is gebeurd en dat zij omdat ze elkaar niet goed begrepen, naar de woning van [medeverdachte 2] zijn gereden. Volgens haar heeft [medeverdachte 2] daar uitgelegd wat er was gebeurd en heeft hij aangegeven dat de tas met geld na de beroving daar is achtergebleven. Er is geen enkele logische verklaring voor verdachtes aanwezigheid bij de vriendin van [medeverdachte 1]. De verdachte ontkent dit overigens ook terwijl hij daar dus is gezien door die vriendin en ook door de zus van die vriendin, terwijl [medeverdachte 2] de verdachte en die vriendin in zijn woning samen heeft gezien.
Het Gerecht leidt hieruit af dat de verdachte wetenschap had over wat er die avond stond te gebeuren. Mede vanwege het feit dat de buit volgens [medeverdachte 2] eerlijk zou worden verdeeld, acht het Gerecht de rol van de verdachte van voldoende gewicht om hem aan te merken als medepleger van de tenlastegelegde diefstal.
Dat geldt niet voor de onderdelen in de tenlastelegging die betrekking hebben op (bedreiging met) geweld in de woning. De enkele omstandigheid dat er een aanmerkelijke kans bestond dat een (van de) bewoner(s) thuis zou(den) zijn, is onvoldoende om het vereiste opzet op (het dreigen met) geweld aan te nemen. [1] Dat in enigerlei vorm afspraken zijn gemaakt over het (dreigen met) geweld bij een eventuele confrontatie met een bewoner, of dat de verdachte bewust was van de mogelijkheid dat zijn mededaders bij zo’n confrontatie geweld zouden toepassen, kan op grond van de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet worden vastgesteld. Evenmin hoefde de verdachte er rekening mee te houden dat bij deze diefstal een vuurwapen zou worden gebruikt. Dit betekent dat niet kan worden bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op het geweld en de bedreiging met geweld door zijn mededaders, zodat de verdachte van de onderdelen in de tenlastelegging die daarop betrekking hebben, zal worden vrijgesproken.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het Gerecht (uitsluitend) bewezen zal verklaren dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 2 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
onder 1 primair
hij op 11 april 2022, te Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
  • geldbedragen en,
  • een portemonnee inhoudende US 100,- en NAf 400,- en een pinpas
van de MCB bank en,
  • US 600,- en,
  • een bruinkleurig heuptas en een plastic zak inhoudende een geldbedrag en,
  • twee gouden oorbellen en,
  • een aantal sieraden en,
  • een schooltas en,
  • US 85,- en 300 Chinese yen, en meerdere geldbedragen en,
  • een bruinkleurig schooltas van het merk Toto inhoudende een identiteitskaart ten name van [S.Z.] en een etui inhoudende schrijfgerei,
toebehorende aan [M.Z.] en/of aan [C.H.] en/of aan [P.Z.] en/of aan [X.Z.] en/of aan [S.Z.];
onder 2
hij op 19 april 2022, in Curaçao, munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1 primair
1. Een proces-verbaal van aangifte van 13 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar W.A. Petronillia (pagina 24 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
M.Z:
Naar aanleiding van een diefstal met geweld op 11 april 2022 omstreeks 23:53 uur op [adres] deed aangifte [M.Z.].
Op 11 april 2022 omstreeks 23.53 uur lagen mijn echtgenoot, mijn twee zoons en ik in bed. Ik hoorde buiten een hard geluid. Ik nam mijn mobiele telefoon in handen en begon de politie te bellen. Plotseling zag ik twee in het zwart geklede mannen op mij afkomen. Zij hadden allebei een trui aan met lange mouwen en hadden hun gezicht bedekt. Alleen hun ogen waren zichtbaar. Zij hadden allebei handschoenen aan. Ze spraken Papiaments. De man maande mij om hem geld te geven. Ik deed een ladekast open. De man pakte het geld dat hij tegenkwam. Ook nam hij uit mijn tas mijn portemonnee met US 100,-, NAf 400,- en een MCB-bankkaart. Verder nam de man het spaargeld van mijn zoon, ongeveer $ 600,-, weg.
2. Een proces-verbaal van aangifte van 12 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar R. Brooks (pagina 27 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[C.H.]:
Op 11 april 2022 lag ik te slapen. In de andere slaapkamer lag mijn dochter met haar man te slapen. Mijn kleinzoon lag in zijn slaapkamer. Ik werd wakker van een hard geluid. Ik zag twee onbekende mannen in de woning. De mannen waren gekleed in donkere kleren. Hun gezichten waren bedekt.
De daders doorzochten de slaapkamer en namen een bruine heuptas en een plastic zakje met geld weg. Ook namen de daders een zilverkleurige armband, een gouden halsketting, twee gouden oorbellen, oorbellen met een steentje en gouden vingerringen weg.
3. Een proces-verbaal van aangifte van 12 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar C.G. Brooks (pagina 33 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[P.Z.]:
Ik woon op [adres] met mijn familie. Op 11 april 2022 omstreeks 22:30 uur hoorde ik een hard geluid. Even later hoorde ik dat er mensen buiten de woning waren. Ik ging naar mijn slaapkamer en deed de deur op slot. In mij slaapkamer bevonden zich mijn echtgenoot [M.Z.] en mijn twee minderjarige zonen genaamd [X.Z.] en [S.Z.]. Ze vroegen ons om geld. Ik kon zien dat mijn echtgenoot geld voor hun aan het verzamelen was. Zij hebben een onbekend geldbedrag van mij weggenomen.
4. Een proces-verbaal van aangifte van 12 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar N. Insenia (pagina 37 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[X.Z.]:
Ik woon samen met mijn ouders, broer, zus en grootmoeder op [adres]. Op 11 april 2022 omstreeks 23.36 uur zei mijn moeder dat twee onbekende mannen in onze woning waren. Beide mannen waren in het donker gekleed. Ze kwamen in onze slaapkamer en maanden om hun geld te geven. Mijn moeder heeft de kluis aangewezen. Die hebben ze meegenomen. Ik hoorde dat ze de kluis aan het openbreken waren. Ik heb mijn spaargeld aan de daders gegeven. Een van de daders heeft mijn schooltas genomen.
Weggenomen goederen: ongeveer NAf 3.000,-, US 85,- en 300 Chinese Yen.
5. Een proces-verbaal van aangifte van 12 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar N. Insenia (pagina 41 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[S.Z.]:
Gisteravond, 11 april 2022, zag ik twee voor mij onbekende mannen in onze woonkamer staan. Beide daders hebben geld en goederen uit onze woning weggenomen. Ik zag hoe de daders geld uit de kluis hadden weggenomen. De daders hebben de buit in mijn bruine schooltas gedaan. In mijn schooltas had ik mijn sedula en mijn etui met schrijfgerei.
Weggenomen goed: een bruine schooltas van het merk Totoo, met daarin mijn sedula en een etui met schrijfgerei.
6. Een proces-verbaal van verhoor van 23 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T.E.A. Lasten (pagina 84 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 23 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[medeverdachte 1]:
Op 11 april 2022 omstreeks 23:36 uur is er een beroving gepleegd op de woning op [adres].
V: Wie heeft deze beroving gepleegd?
A: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. Ik stond op de uitkijk.
V: Hoe kwamen jullie op het idee om deze beroving te gaan plegen?
A: Ik was op 11 april 2022 in de middag bij [medeverdachte 2]. Op een gegeven moment werd [medeverdachte 2] op zijn mobiele telefoon gebeld door een Chinese kennis van mij, [verdachte]. [Verdachte] heeft eerst met [medeverdachte 2] gesproken en daarna met mij. Hij zei dat hij ons bij de woning van [medeverdachte 2] zou komen ophalen. Ik vroeg [verdachte] of hij NAf 350,- voor mij had. Dat had hij niet. [verdachte] heeft op dat moment een woning aan ons aangewezen. Hij gaf aan dat in die woning geld kon zijn, dat wij konden krijgen. We zijn naar Buena Vista gereden. Daarna zijn we met z’n vieren naar Brievengat gereden. [Verdachte] trad op als bestuurder. [Verdachte] heeft ons in de buurt van de woning afgezet. [Medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en ik zijn in de richting van de woning gelopen. Ik zei tegen hun dat ik buiten op de uitkijk zou blijven staan. [Medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn over de afrasteringen van twee woningen gesprongen om op het erf van de woning waar zij moesten zijn te komen. Ik bleef buiten op de uitkijk staan. Op een gegeven moment kwam de politie. Ik werd aangehouden.
7. Een proces-verbaal van fotoconfrontatie van 13 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T.E.A. Lasten (proces-verbaal pagina 91 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 13 april 2022 toonde ik [medeverdachte 1] twee foto’s (bijlage 1 en bijlage 2). Op bijlage 1 staat een identiteitsbewijs van [verdachte], op bijlage 2 staat een identiteitsbewijs van [Y.C.].
Zonder aarzelen wees [medeverdachte 1] de verdachte op bijlage 1 aan en verklaarde: “Ik herken de man op bijlage 1 als de door mij genoemde [verdachte]. Hij is dezelfde man die ik in mijn verklaring met [verdachte] bedoelde.”
8. Een proces-verbaal van verhoor van 19 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar L.N.M. Privania (pagina 148 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 19 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[I.C.]:
Ik heb [verdachte] leren kennen via [medeverdachte 2], een vriend van mijn zoon [medeverdachte 1]. Ik heb voordat mijn zoon op 11 april 2022 is aangehouden nooit contact gehad met [verdachte]. Ik heb op 14 april 2022 zijn nummer gebeld in verband met het incident waarin mijn zoon betrokken was. Ik heb van [medeverdachte 2] begrepen dat het feit dat mijn zoon is gearresteerd te wijten is aan [verdachte]. Van [medeverdachte 2] heb ik vernomen dat naar aanleiding van een tip van [verdachte] [medeverdachte 2] en mijn zoon iets kwaads zijn gaan doen.
Van [medeverdachte 2] heb ik vernomen dat degenen die betrokken waren bij de beroving zijn mijn zoon, [medeverdachte 2] en ene [medeverdachte 3]. [Verdachte] heeft hen de tip verschaft. [Medeverdachte 2] heeft ook verklaard dat mijn zoon buiten is gebleven en dat hij en [medeverdachte 3] naar binnen zijn gegaan.
Op 12 april 2022 omstreeks 08:35 uur probeerde ik mijn zoon te bellen, maar zijn telefoon stond uit. Ik belde naar zijn vriend [medeverdachte 2]. Hij zei dat ze gisteren iets kwaadaardigs gingen doen. Ik heb daarna de politie gebeld en hoorde dat mijn zoon was aangehouden. Op 13 april 2022 ben ik [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] tegengekomen. Op 14 april 2022 heeft [medeverdachte 2] tegen mij gezegd dat ze de tip van de Chinees hebben gekregen en dat die Chinees verantwoording zou nemen voor [medeverdachte 1], voor alles wat hij nodig heeft. Diezelfde dag heb ik die Chinese man gebeld.
9. Een proces-verbaal van verhoor van 21 mei 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren T. Lasten en E. Apolina (pagina 164 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 21 mei 2022 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [
N.R.]:
Ik heb al zeven maanden een relatie met [medeverdachte 1]. [medeverdachte 2] is een hele goede vriend van [medeverdachte 1]. [Verdachte] is ook een vriend van hem. Ik kwam er op 12 april 2022 achter dat [medeverdachte 1] een beroving heeft gepleegd. [medeverdachte 1] heeft op 11 april 2022 onze woning verlaten om te gaan werken. Hij is op 11 april 2022 niet meer thuis gekomen. Op 12 april 2022 vernam ik dat hij was aangehouden. [medeverdachte 2] wilde niet aan de telefoon praten. Hij stuurde mij het nummer van [verdachte]. [medeverdachte 2] zei dat ik [verdachte] moest vragen om bij mij te komen, zodat hij kon uitleggen wat er was gebeurd. Ik heb [verdachte] een whatsapp gestuurd. Even later is [verdachte] bij mij gekomen. Ik heb hem gevraagd wat er met [medeverdachte 1] is gebeurd. Ik kon [verdachte] niet goed verstaan. [verdachte] zei dat we naar de woning van [medeverdachte 2] zouden gaan, zodat [medeverdachte 2] aan mij kon uitleggen wat er was gebeurd. Ik ben met [verdachte] naar de woning van [medeverdachte 2] gereden. Daar heeft [medeverdachte 2] mij gezegd dat zij iets gingen doen en dat [medeverdachte 1] door de politie is aangehouden. [medeverdachte 2] begon voor mij aan [verdachte] te vertellen dat zij na de beroving een tas met geld hebben achtergelaten.
10. Een proces-verbaal van verhoor van 19 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T. Lasten (pagina 220 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 19 april 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
de verdachte:
Ik heb op 11 april 2022 omstreeks 23:20 uur drie mannen in de omgeving van Brievengat afgezet. [medeverdachte 1] is een van de mannen die ik heb afgezet.
11. Een proces-verbaal van verhoor van 27 mei 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T. Lasten (pagina 280 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 27 mei 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [medeverdachte 2]:
Ongeveer drie weken voor de beroving heeft [verdachte] mij de woning (het Gerecht begrijpt: op [adres]) aangewezen. [verdachte] gaf te kennen dat de bewoners van die woning in het bezit zijn van grote hoeveelheden contant geld. Aangezien [medeverdachte 1 en ik goed bevriend zijn, vertel ik hem alles. Ik heb hem verteld over de woning die [verdachte] mij heeft aangewezen. Daarna heb ik die woning aan [medeverdachte 1] aangewezen. Op 11 april 2022 was ik thuis. [medeverdachte 1] kwam bij mij en vroeg of hij geld mocht lenen. Ik had geen geld. Hij vroeg of ik [verdachte] wilde bellen. Dat deed ik. [verdachte] is op een gegeven moment bij mij thuis gekomen. [medeverdachte 1] vroeg aan [verdachte] of hij geld aan hem kon lenen. [verdachte] had ook geen geld. [medeverdachte 1] vroeg aan [verdachte] of wij naar bedoelde woning konden gaan om de diefstal te gaan plegen. [verdachte] is weggegaan maar is daarna teruggekomen. Hij vroeg of wij nog steeds naar de woning wilden gaan. [medeverdachte 1] zei ja. [medeverdachte 1] is met [verdachte] meegegaan. Ik ben thuis gebleven. Even later zijn ze teruggekomen. Ik ben in de auto van [verdachte] gestapt. Ik zag dat [medeverdachte 3] er ook was. [verdachte] was de bestuurder, [medeverdachte 1] zat voorin. [medeverdachte 3] en ik zaten achterin. [verdachte] heeft ons in de nabije omgeving van de woning afgezet. We begonnen te lopen. We hebben het erf van de woning die we wilden beroven via een in aanbouw zijnde woning betreden. [medeverdachte 1] bleef buiten op het erf staan. [medeverdachte 3] en ik zijn naar binnen gegaan. We hebben de bewoners beroofd. Toen [medeverdachte 3] en ik buiten kwamen zagen we [medeverdachte 1] niet meer. Plotseling hoorde ik iemand “Polis” schreeuwen. Ik schrok en ben gevlucht.
[verdachte] is de persoon die de woning aan mij heeft aangewezen. Hij zei tegen mij dat daar veel geld lag. [verdachte] had [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en mij afgezet om een beroving de gaan plegen.
De buit zou in vieren worden verdeeld.
12. Een proces-verbaal van verhoor van 7 mei 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T. Lasten (pagina 287 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 7 mei 2022 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[medeverdachte 3]:
Ik werd op 11 april 20022 tussen 22:00 uur en 23:00 uur opgebeld door [medeverdachte 1]. Hij zei dat hij me zou komen ophalen. [medeverdachte 1] kwam bij mijn woning. Hij was samen met een Chinese man, die een witte vrachtauto bestuurde. Wij zijn naar de woning van [medeverdachte 2] gereden. [medeverdachte 2] is naar buiten gekomen. We zijn met z’n vieren naar Brievengat gereden. De Chinese man trad op als bestuurder. [medeverdachte 2] en ik zaten achterin. De Chinese man heeft ons ergens in Brievengat afgezet. Toen wij waren uitgestapt, zag ik dat [medeverdachte 2] in het bezit was van een vuurwapen en een betonschaar. We zijn gaan lopen. We zijn in een in aanbouw zijnde woning gegaan. We hebben ons gezicht bedekt. We zijn over een afrastering gesprongen om op het erf te komen van de woning die wij hebben beroofd. Ik heb het hangslot aan de deur van de woning doorgeknipt. Hierna zijn [medeverdachte 2] en ik naar binnen gegaan en hebben we de bewoners beroofd. Toen we naar buiten kwamen, hoorde ik iemand “Polis” schreeuwen. Ik hoorde schoten. Ik schrok en heb de rugtas met de buit op de grond laten vallen. Hierna ben ik gevlucht.
Ten aanzien van feit 2
1. Een proces-verbaal van bevindingen van 22 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar B.B. Benita (proces-verbaal pagina 113 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 19 april 2022 werd op [adres verdachte] bij [verdachte], geboren in [land] op [datum] op munitie gelijkende voorwerpen aangetroffen, te weten 2 scherpe patronen van het kaliber 9 mm Luger en 9x19 mm voorzien van de bodemstempels S&B en MFS.
De scherpe patronen van de kalibers 9mm Luger en 9x19 mm zijn geschikt om door een vuurwapen van voornoemde kalibers geschoten te worden.
Conclusie
De voor onderzoek aangeboden munitie zijn scherpe patronen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd.
De voor onderzoek aangeboden scherpe spatronen zijn deugdelijk.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Ten aanzien van feit 1

diefstal door twee of meer verenigde personen.

Ten aanzien van feit 2
overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening 1930, strafbaar gesteld bij artikel 11 van die landsverordening.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van het voorarrest.
De raadsvrouw heeft, voor het geval het Gerecht tot een bewezenverklaring van enig strafbaar feit zou komen, een strafmaatverweer gevoerd. In het bijzonder heeft zij gewezen op de beperkte rol van de verdachte ten aanzien van de woningoverval en op het feit dat het gezin van de verdachte financieel van hem afhankelijk is. Daar komt bij dat verdachtes reputatie door deze zaak ernstig is geschaad. Hij ontvangt in detentie nauwelijks bezoek. Daardoor, en vanwege het feit hij door taalproblemen nauwelijks met medegedetineerden kan communiceren, verkeert de verdachte feitelijk in een isolement, hetgeen zijn detentie extra zwaar maakt.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals dit onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een woningoverval. De verdachte heeft voorafgaand aan die overval de betreffende woning aan een van de mededaders aangewezen en hij heeft daarbij aangegeven dat in die woning veel contant geld aanwezig is. Ook heeft hij zijn mededaders op 11 april 2022 kort voor middernacht in de directe omgeving van die woning afgezet. Zijn mededaders zijn vervolgens naar de betreffende woning gelopen, waarna een van hen op de uitkijk is gaan staan en de anderen de woning zijn binnengedrongen. Alle gezinsleden – drie minderjarige kinderen, hun ouders en hun oma – zijn in die woning geconfronteerd met die voor hun onbekende gemaskerde mannen, die (onder meer) geld en sieraden hebben meegenomen.
Dit moet voor alle gezinsleden een uiterst traumatische gebeurtenis zijn geweest. Een woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen en slachtoffers van woninginbraken ondervinden daarvan doorgaans nog langere tijd nadelige gevolgen. Bovendien veroorzaken feiten zoals deze niet alleen gevoelens van angst bij de directe slachtoffers, maar versterken zij ook de gevoelens van onveiligheid in de Curaçaose samenleving.
Het Gerecht rekent het de verdachte zwaar aan dat hij kennelijk zijn zucht naar financieel gewin zwaarder heeft laten wegen dan de gevolgen voor de slachtoffers. Ook op zitting, na voldoende gelegenheid te hebben gehad om over zijn daad na te denken, heeft de verdachte er op geen enkele manier blijk van gegeven de ernst daarvan in te zien.
Het Gerecht heeft nog acht geslagen op een de verdachte betreffende strafkaart, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Gerecht acht, alles afwegende, oplegging van na te noemen gevangenisstraf passend en geboden. Deze straf is lager dan door de officier van justitie gevorderd, reeds omdat het Gerecht tot een andere bewezenverklaring komt dan waarop de officier van justitie haar eis heeft gebaseerd. Daarnaast zal het Gerecht als stok achter de deur om de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen, een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd voor de duur van drie jaren opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:123, 1:136, 2:289 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening 1930.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
36 (zesendertig) maanden;
bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door de griffier mr. J. Mulder, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao op 21 december 2022.

Voetnoten

1.Zie arrest van Hoge Raad van 20 september 2022 r.o. 2.3 (ECLI:NL:HR:2022:1265).