Uitspraak
1.[EISER SUB 1],
[EISERES SUB 2],
[EISER SUB 3],
1.[GEDAAGDE SUB 1],
[GEDAAGDE SUB 2],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, erfgenamen van de overleden eigenaar van een pand, een vordering ingesteld tegen gedaagden, die het pand huurden. De eisers vorderen schadevergoeding naar aanleiding van een brand die op 2 mei 2019 in het pand heeft plaatsgevonden. De huurovereenkomst liep van 1 maart 2018 tot 1 maart 2019, maar gedaagden maakten na deze datum nog gebruik van het pand tegen betaling van een vergoeding. De eisers stellen dat gedaagden aansprakelijk zijn voor de schade door wanprestatie en onrechtmatige daad, omdat gedaagde sub 2 de brand zou hebben veroorzaakt door een gasoven aan te laten staan.
Tijdens de rechtszittingen zijn de eisers niet verschenen, terwijl gedaagden wel aanwezig waren. Er is een wrakingsverzoek ingediend door de gemachtigde van eisers, maar dit werd later ingetrokken. De rechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat gedaagden aansprakelijk waren voor de schade. De rechter oordeelde dat de bepalingen in de huurovereenkomst niet van toepassing waren op de situatie van schade door brand. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat gedaagde sub 2 onrechtmatig had gehandeld.
De rechter heeft de eisers ook veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op NAf 4.500,-. Het vonnis is uitgesproken op 28 november 2022 door mr. O. Nijhuis, met mr. G. Benedictus als griffier.