Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.GESCHIL
3.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Naheffingsaanslag
4.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
5.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 13 september 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, opgericht op 10 december 2018, een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2018 had ontvangen, samen met een verzuimboete wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. Het Gerecht overwoog dat een verlengd boekjaar fiscaal niet bestaat en dat belasting geheven dient te worden over het kalenderjaar. Dit betekent dat het eerste boekjaar van belanghebbende eindigde op 31 december 2018. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat belanghebbende in 2018 winst had genoten, waardoor de naheffingsaanslag moest worden verminderd naar nihil.
Wat betreft de verzuimboete oordeelde het Gerecht dat belanghebbende in principe verplicht was om aangifte te doen over 2018, maar dat er geen uitnodiging tot het doen van aangifte was verstrekt. Hierdoor kon er geen sprake zijn van het ten onrechte niet doen van aangifte en was er geen verzuim. De verzuimboete werd dan ook vernietigd. Het Gerecht verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar, en droeg de Inspecteur op het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.