Uitspraak
S.B. CONSTRUCTION B.V.,
HET LAND CURAÇAO,
HET LAND CURAÇAO,
1.Het procesverloop
in de hoofdzaak
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf 2.500,00(2 punten, tarief 5)
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak vordert S.B. Construction B.V. (hierna: S.B.) van het Land Curaçao (hierna: het Land) betaling van een factuur van NAf 31.694,70 voor meerwerk dat is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn. De bouwdirectie, aanvankelijk Heren 2 Caribbean B.V. en later [gedaagde] in zaak CUR2022I00003, heeft goedkeuring gegeven voor het meerwerk. Het Land betwist de verschuldigdheid van het bedrag en stelt dat de bouwdirectie niet bevoegd was om goedkeuring te geven voor het meerwerk. Het gerecht oordeelt dat het Land mondeling heeft ingestemd met het meerwerk en dat het beroep op de onbevoegdheid van de bouwdirectie niet opgaat. Het gerecht wijst de vordering van S.B. toe tot een bedrag van NAf 28.832,53, maar wijst de vordering tot vertragingsrente en buitengerechtelijke kosten af. In de vrijwaringszaak vordert het Land dat [gedaagde] in zaak CUR2022I00003 het Land vrijwaart voor de kosten die voortvloeien uit de veroordeling in de hoofdzaak. Het gerecht wijst deze vordering af, omdat [gedaagde] niet kan worden verweten dat hij goedkeuring heeft gegeven voor het meerwerk. In reconventie vordert [gedaagde] betaling van twee facturen, die het gerecht toewijst. Het gerecht veroordeelt het Land in de proceskosten van zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak.