ECLI:NL:OGEAC:2022:211

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
CUR202201208
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van verzoek tot kosteloos procederen en betaling van achterstallig loon

In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.H. Scheidelaar, verzocht om kosteloos te mogen procederen en om verweerster, JUANA’S AIRCO & REFRIGIRATOR B.V., te veroordelen tot betaling van NAf 7.563,83 aan achterstallig loon, vermeerderd met wettelijke rente. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 april 2022, waarbij zowel verzoekster als verweerster, vertegenwoordigd door haar directeur, aanwezig waren. De uitspraak was aanvankelijk gepland op 1 juli 2022, maar werd vervroegd naar 29 juni 2022.

Verzoekster heeft na haar ontslag op 3 augustus 2021 aanspraak gemaakt op achterstallig loon en niet genoten vakantiedagen. Ondanks toezeggingen van verweerster om een berekening te maken en in termijnen te betalen, heeft verweerster dit niet nagekomen. De SOAW heeft een berekening gemaakt die het achterstallige loon op NAf 7.563,83 heeft vastgesteld. Verweerster heeft verweer gevoerd, maar niet aangetoond dat er een overeenstemming was over de omvang van het achterstallige loon.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat het aan verweerster is om een deugdelijke loonadministratie bij te houden en dat het door verzoekster gestelde bedrag aan achterstallig loon moet worden toegewezen. De vordering tot betaling van achterstallig loon is toegewezen, evenals de wettelijke rente. Verweerster is ook veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

BESCHIKKING
in de zaak van:
[VERZOEKSTER],
wonende in Curaçao,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.H. Scheidelaar,
tegen
de besloten vennootschap
JUANA’S AIRCO & REFRIGIRATOR B.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
procederend bij haar directeur dhr. [naam].

1.Het procesverloop

Dat blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 24 maart 2022;
  • de mondelinge behandeling op 26 april 2022, waarbij verzoekster en haar gemachtigde en verweerster vertegenwoordigd door haar directeur voornoemd, vergezeld door de directeuren dhr. [naam 1] en mevr. [naam 2] zijn verschenen;
  • de email van 10 mei 2022 zijdens verzoekster;
  • de emailwisseling in de periode van 30 mei 2022 – 3 juni 2022.
De uitspraak was aanvankelijk bepaald op 1 juli 2022. Dat bleek daarna een vrije dag te zijn. Derhalve is de uitspraak vervroegd naar heden.

2.Het geschil

Verzoekster verzoekt haar te vergunnen kosteloos te mogen procederen. Voorts verzoekt zij dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, zakelijk weergegeven, verweerster veroordeelt om aan haar te betalen NAf 7.563,83, vermeerderd met de wettelijke rente ingaande op de dag van indiening van het verzoekschrift tot en met de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
Verzoekster legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Zij heeft na haar ontslag nog achterstallig loon en niet genoten vakantiedagen tegoed, die verweerster weigert uit te betalen, ondanks toezegging dat verweerster zelf een berekening zal maken en in termijn zal uit betalen. De door SOAW opgemaakte berekening van het achterstallige loon komt uit op een bedrag van NAf 7.563,83.
2.3.
Verweerster voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

Verzoekster is sinds 1981 in dienst van verweerster.
3.2.
Op 3 augustus 2021 heeft zij ontslag genomen.
3.3.
Op 12 augustus 2021 heeft verzoekster aangifte gedaan bij de SOAW wegens achterstallig loon en niet betaalde vakantiedagen. In het rapport van de SOAW staat dat met verweerster contact is opgenomen en dat laatstgenoemde heeft verklaard een berekening te zullen opmaken om verzoekster te betalen in termijnen, doch dat dit niet heeft plaatsgevonden. In de bijgevoegde berekening van SOAW staat:
Achterstallige maandloon:
Juni 2019 t/m december 2019 5.254,83
April 2021 769,73
2 weken maand mei 2021
384,57+
6.409,43
Niet genoten vakantiedagen
15 vakantiedagen 2020 577,20
15 vakantiedagen 2021
577,20+
Totaal bruto 7.563,83
3.4.
Verweerster heeft het achterstallig loon en niet genoten vakantiedagen niet uitbetaald.
3.5.
achterstallig loon
Niet in geschil is dat het loon in contanten werd uitbetaald. Verweerster stelt zich op het standpunt dat het een zoekpartij is om na te gaan of sprake is van achterstallig loon omdat de loonadministratie in 16 mappen staat opgeslagen en er onderzocht moet worden hoeveel uitbetalingen er ten name van verzoekster staan geregistreerd. Ondanks dat werkgeefster in de gelegenheid is gesteld om dit onderzoek te doen, is niet gebleken dat partijen tot een overeenstemming zijn gekomen over de omvang van het achterstallig loon, terwijl het ter behandeling om leek te gaan dat (slechts) een bedrag van NAf 1.500 “zwevend” was. Wat daar ook van zij, het is aan verweerster om een deugdelijke loonadministratie bij te houden en om te registreren wat zij aan loon aan verzoekster heeft uitbetaald. Derhalve gaat het gerecht uit van het door verzoekster gestelde bedrag aan achterstallig loon. Dit bedrag wordt toegewezen.
3.6.
achterstallige vakantie dagen
Verzoekster heeft dit deel van het verzoek ingetrokken. Derhalve behoeft hierover geen beslissing meer te worden genomen.
3.7.
Geen verweer is gevoerd tegen de verzochte wettelijke rente. Dit deel van het verzoek wordt derhalve toegewezen.
3.8.
Verweerster wordt als zijnde de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten begroot op:
NAf 1.000
Gemachtigdensalaris
NAf 50
Aan in debet gestelde griffierechten

4.De beslissing

Het Gerecht:

4.1.
staat verzoekster toe om kosteloos te procederen;
4.2.
veroordeelt verweerster om aan verzoekster te betalen NAf 6.409,43 ter zake achterstallig loon, vermeerderd met de wettelijke rente ingaande 24 maart 2022 tot en met de dag der algehele voldoening;
4.3.
veroordeelt verweerster in de proceskosten, aan de zijde van verzoekster tot op heden begroot op NAf 50,= aan in debet gestelde griffierechten, te betalen aan de griffier van dit Gerecht, en NAf 1.000 aan gemachtigdensalaris;
4.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door mr. U.I.D. Luydens, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2022.