In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen (SBGOK) en SG International N.V. (SGI). SBGOK vorderde betaling van € 65.000,00 van SGI, die het online casino Webbyslot exploiteert. De vordering is gebaseerd op een cessie-akte waarbij een speler, [naam 1], zijn vordering op SGI heeft overgedragen aan SBGOK. SGI betwistte de rechtsgeldigheid van de cessie en voerde aan dat [naam 1] geen vordering op haar had, en dat de vordering niet afdwingbaar was op grond van artikel 7A:1807 BW, dat geen rechtsvordering toestaat ter zake van een schuld uit spel of weddenschap.
Het Gerecht oordeelde dat het recht van Curaçao van toepassing is, ondanks de stelling van SGI dat het Schots recht van toepassing zou zijn. Het Gerecht concludeerde dat de cessie rechtsgeldig was, omdat SBGOK voldoende bewijs had geleverd dat [naam 1] de cedent was en dat de handtekening op de cessie-akte authentiek was. Het Gerecht verwierp de argumenten van SGI dat de vordering niet afdwingbaar was, en oordeelde dat de Landsverordening buitengaatse hazardspelen 1993 de vorderingen van spelers op gereguleerde online casino's wel degelijk afdwingbaar maakt.
De vordering van SBGOK werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. SGI werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de rechtsgeldigheid van cessies in de context van online kansspelen en de afdwingbaarheid van vorderingen van spelers op basis van de geldende wetgeving.