Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, werkzaam in dienstbetrekking, in 2017 een bedrag van NAf 111.902 aan achterstallig loon ontvangen over de jaren 2010 tot en met 2016. Hij heeft de Inspecteur verzocht om de spreidingsregeling toe te passen, een regeling die belastingheffing over nabetalingen van loon over meerdere jaren verspreidt. De Inspecteur heeft een berekening gemaakt en kwam tot de conclusie dat de verschuldigde inkomstenbelasting voor 2017, met toepassing van de spreidingsregeling, NAf 33.900 bedraagt. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft deze berekening als juist beoordeeld en de aanslag inkomstenbelasting 2017 dienovereenkomstig verminderd.
Het procesverloop begon met een aanslag inkomstenbelasting opgelegd op 21 december 2018, waartegen belanghebbende bezwaar maakte. De Inspecteur handhaafde de aanslag, waarna belanghebbende beroep instelde. Een eerdere uitspraak van het Gerecht op 14 mei 2020 verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het niet betalen van griffierecht. Na verzet werd het onderzoek hervat. De zitting vond plaats op 24 maart 2021, waarbij belanghebbende niet verscheen, maar de Inspecteur vertegenwoordigd was.
Het Gerecht heeft in zijn beslissing het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag inkomstenbelasting 2017 verminderd tot NAf 33.900. Tevens is de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. S.C.M.J. Bucx op 31 maart 2021.