ECLI:NL:OGEAC:2021:61

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
9 april 2021
Zaaknummer
CUR202000417
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting 2017 en toepassing spreidingsregeling

In deze zaak heeft belanghebbende, werkzaam in dienstbetrekking, in 2017 een bedrag van NAf 111.902 aan achterstallig loon ontvangen over de jaren 2010 tot en met 2016. Hij heeft de Inspecteur verzocht om de spreidingsregeling toe te passen, een regeling die belastingheffing over nabetalingen van loon over meerdere jaren verspreidt. De Inspecteur heeft een berekening gemaakt en kwam tot de conclusie dat de verschuldigde inkomstenbelasting voor 2017, met toepassing van de spreidingsregeling, NAf 33.900 bedraagt. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft deze berekening als juist beoordeeld en de aanslag inkomstenbelasting 2017 dienovereenkomstig verminderd.

Het procesverloop begon met een aanslag inkomstenbelasting opgelegd op 21 december 2018, waartegen belanghebbende bezwaar maakte. De Inspecteur handhaafde de aanslag, waarna belanghebbende beroep instelde. Een eerdere uitspraak van het Gerecht op 14 mei 2020 verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het niet betalen van griffierecht. Na verzet werd het onderzoek hervat. De zitting vond plaats op 24 maart 2021, waarbij belanghebbende niet verscheen, maar de Inspecteur vertegenwoordigd was.

Het Gerecht heeft in zijn beslissing het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag inkomstenbelasting 2017 verminderd tot NAf 33.900. Tevens is de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. S.C.M.J. Bucx op 31 maart 2021.

Uitspraak

Uitspraak van 31 maart 2021
BBZ nr. CUR202000417
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 21 december 2018 een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2017 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 160.971, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van NAf 36.662.
1.2
Belanghebbende heeft op 20 februari 2019 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 december 2019 de aanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 5 februari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.
1.5
Het Gerecht heeft op 14 mei 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:150, uitspraak gedaan en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht niet heeft betaald.
1.6
Belanghebbende heeft op 3 juli 2020 tegen de uitspraak van het Gerecht verzet aangetekend.
1.7
Het Gerecht heeft op 30 juli 2020 het verzet gegrond verklaard, hetgeen betekent dat de uitspraak van 14 mei 2020 vervalt en het Gerecht het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die uitspraak werd gedaan.
1.8
De Inspecteur heeft op 17 maart 2021 een verweerschrift ingediend.
1.9
De zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2021 te Willemstad. Belanghebbende is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Belanghebbende is in dienstbetrekking werkzaam bij [PK]. Hij heeft in 2017 een bedrag van NAf 111.902 aan achterstallig loon over de jaren 2010 tot en met 2016 genoten.
2.2
Belanghebbende heeft aan de Inspecteur verzocht de zogenaamde ‘spreidingsregeling’ toe te passen. Dit betreft een begunstigende beleidsregel van de Belastingdienst die kort gezegd inhoudt dat de belasting over een ontvangen nabetaling van loon wordt berekend alsof dat loon in de voorgaande vijf belastingjaren is ontvangen. Voor zover de nabetaling betrekking heeft op een periode van meer dan vijf jaren geleden, wordt het bedrag naar evenredigheid verdeeld over de voorafgaande vijf belastingjaren.
2.3
In het verweerschrift heeft de Inspecteur een berekening gemaakt van de toepassing van de spreidingsregeling in het onderhavige geval. Volgens de Inspecteur bedraagt de totaal verschuldigde inkomstenbelasting 2017 met toepassing van de spreidingsregeling NAf 33.900. Het Gerecht acht deze berekening juist, zodat de aanslag inkomstenbelasting 2017 tot dit bedrag dient te worden verminderd.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
3.2
Wel dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5 Landsverordening op het beroep in belastingzaken, het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting 2017 tot een bedrag van NAf 33.900;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 31 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500