ECLI:NL:OGEAC:2020:150

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
CUR202000417
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 mei 2020 uitspraak gedaan over een beroep dat door de belanghebbende was ingesteld tegen een aanslag inkomstenbelasting. De belanghebbende had op 21 december 2018 een aanslag ontvangen voor het jaar 2017, met een belastbaar inkomen van NAf 160.971 en een verschuldigd belastingbedrag van NAf 36.662. Na bezwaar tegen deze aanslag, dat op 20 februari 2019 werd ingediend, handhaafde de Inspecteur de aanslag bij uitspraak op bezwaar op 6 december 2019. De belanghebbende heeft vervolgens op 5 februari 2020 beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De griffier van het Gerecht heeft de belanghebbende op 27 maart 2020 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht, dat binnen zes weken betaald diende te worden. Aangezien de belanghebbende het griffierecht van NAf 50 niet heeft betaald, heeft het Gerecht geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De relevante wetgeving, de Landsverordening op het beroep in belastingzaken, stelt dat als het griffierecht niet tijdig is betaald, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij er omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de indiener niet in verzuim is.

In dit geval is er geen bewijs dat de belanghebbende in verzuim is geweest, waardoor het Gerecht niet toekomt aan een inhoudelijke behandeling van de zaak. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël-van der Biezen BSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 14 mei 2020
BBZ nr. CUR202000417
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 21 december 2018 een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2017 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 160.971, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van NAf 36.662.
1.2
Belanghebbende heeft op 20 februari 2019 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 december 2019 de aanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 5 februari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.

2.OVERWEGINGEN OMTRENT HET BEROEP

2.1
Ingevolge artikel 7a, letter b, Landsverordening op het beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
Op grond van artikel 18, lid 1, LBB in samenhang met artikel 1, sub a Landsbesluit griffierechten beroep in belastingzaken, is belanghebbende voor het door hem ingestelde beroep NAf 50 aan griffierecht verschuldigd. Ingevolge artikel 18, lid 3, LBB dient het griffierecht betaald te zijn binnen zes weken na de uitnodiging tot betaling van de griffier.
2.3
In artikel 18, lid 4, LBB is bepaald dat als het griffierecht niet tijdig is betaald, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.
2.4
De griffier van het Gerecht heeft op 27 maart 2020 belanghebbende gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht. Daarbij is opgemerkt dat als het bedrag niet binnen zes weken is betaald, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.5
Belanghebbende heeft het griffierecht niet betaald. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een situatie waarin redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende in verzuim is geweest. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak komt het Gerecht niet toe.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël- van der Biezen BSc, en uitgesproken op 14 mei 2020.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.