In deze zaak vorderen eiseressen, nabestaanden van de overledene, schadevergoeding van het Land Curaçao en het Korps Politie Curaçao (KPC) naar aanleiding van een schietincident dat plaatsvond op 5 april 2014. De overledene, die betrokken was bij een politiecontrole bij Altagracia Snèk te Choloma, werd door een politiefunctionaris doodgeschoten. Eiseressen stellen dat de politie aansprakelijk is voor de dood van de overledene en vorderen schadevergoeding. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de vordering van eiseressen tegen KPC niet-ontvankelijk verklaard, omdat KPC geen rechtspersoon is. De vordering tegen het Land is afgewezen, omdat het Gerecht oordeelt dat het optreden van de politie gerechtvaardigd was. De rechter concludeert dat de omstandigheden voor de politiefunctionaris zodanig bedreigend waren dat hij zich moest verdedigen met zijn dienstwapen. Bovendien wordt de eigen schuld van de overledene aan de tragische gebeurtenissen benadrukt, wat leidt tot de conclusie dat de schadevergoedingsplicht van het Land geheel vervalt. Eiseressen worden veroordeeld in de proceskosten.