ECLI:NL:OGEAC:2021:21

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
22 februari 2021
Zaaknummer
CUR202000672
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake belastingaanslagen na vermindering tot nihil door de Inspecteur

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen aanslagen premies AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ voor het jaar 2017, die op 15 maart 2019 waren opgelegd. Na een eerdere uitspraak van de Inspecteur op 21 februari 2020, waarin de bezwaren niet-ontvankelijk werden verklaard, heeft de Inspecteur op 21 januari 2021 de aanslagen ambtshalve verminderd tot nihil. Hierdoor kwam het belang aan de beroepsprocedure te ontvallen, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht diende te vergoeden, maar zag geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, aangezien er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. Wel werd het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende toegewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in aanwezigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.

Uitspraak

Uitspraak van 28 januari 2021
BBZ nr. CUR202000672
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 15 maart 2019 aanslagen premies AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ voor het jaar 2017 opgelegd van respectievelijk NAf 1.588, NAf 199 en NAf 2.867.
1.2
Belanghebbende heeft op 29 augustus 2019 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken van 21 februari 2020 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Daarbij heeft de Inspecteur ambtshalve de aanslagen premies AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ verminderd tot respectievelijk NAf 1.114, NAf 168 en NAf 2.340.
1.4
Belanghebbende heeft op 28 februari 2020 tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 21 januari 2021 ambtshalve de aanslagen verminderd tot nihil.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2021 te Willemstad. Namens belanghebbenden is verschenen [A]. Namens de Inspecteur is niemand verschenen. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de de zitting geleid via een videoverbinding.
1.7
Na sluiting van het onderzoek ter zitting is op 26 januari 2021 een nader stuk van belanghebbende bij het Gerecht binnengekomen. Het Gerecht heeft hierin geen aanleiding gezien het onderzoek te heropenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
De Inspecteur heeft hangende deze beroepsprocedure de aanslagen verminderd tot nihil. In dat verband heeft de Inspecteur opgemerkt dat belanghebbende heeft aangetoond dat hij om medische redenen niet meer full-time werkzaam kan zijn en dat hij onderhouden kan worden door zijn partner en dochter.
2.2
Nu de Inspecteur de aanslagen heeft verminderd tot nihil, kan dit beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat leiden. Daarmee komt het belang aan deze beroepsprocedure te ontvallen. Gelet daarop dient dit beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494). Het Gerecht ziet evenwel in dit geval geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu geen sprake is geweest van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
2.4
Wel dient de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 28 januari 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500