ECLI:NL:OGEAC:2021:20

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
22 februari 2021
Zaaknummer
CUR201902290
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboete

Op 28 januari 2021 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, wonende te Curaçao, in beroep ging tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betrof een naheffingsaanslag omzetbelasting over het jaar 2016, die oorspronkelijk was opgelegd op 28 augustus 2018, en een verzuimboete wegens het niet tijdig betalen van de omzetbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en op 26 juni 2019 beroep ingesteld bij het Gerecht. De Inspecteur heeft op 14 januari 2021 de naheffingsaanslag verminderd en de boete verlaagd, waardoor de belanghebbende geen belang meer had bij een uitspraak op het beroep. Het Gerecht heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur is wel verplicht om het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden, maar er is geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten, aangezien de belanghebbende zelf het beroepschrift heeft ingediend zonder professionele bijstand.

Uitspraak

Uitspraak van 28 januari 2021
BBZ nr. CUR201902290
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 28 augustus 2018 een naheffingsaanslag omzetbelasting (met aanslagnummer 0216130054512) over het jaar 2016 opgelegd van NAf 4.455. Daarbij is een verzuimboete (15%) van NAf 668 opgelegd wegens het niet (tijdig) betalen van omzetbelasting.
1.2
Belanghebbende heeft op 25 oktober 2018 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
Belanghebbende heeft op 26 juni 2019 beroep ingesteld bij het Gerecht. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.4
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 januari 2021 de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van NAf 3.552 en de boete tot NAf 532.
1.5
De Inspecteur heeft op 19 januari 2021 een pleitnota ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2021 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

2.1
De Inspecteur heeft hangende deze beroepsprocedure de naheffingsaanslag omzetbelasting 2016 en de verzuimboete verminderd overeenkomstig het standpunt van belanghebbende. Dit brengt mee dat het beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden.
2.2
Daarmee komt het belang aan het beroep inzake de naheffingsaanslag omzetbelasting 2016 en de daarmee samenhangende verzuimboete te ontvallen. Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op dit beroep, dient dit beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494). Het Gerecht ziet evenwel in dit geval geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Zo heeft belanghebbende zelf het beroepschrift geschreven en ingediend. Van door een derde beroepsmatig verleende bijstand is dus geen sprake.
2.4
Wel dient de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 28 januari 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500