Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende beroep ingesteld tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2015. De Inspecteur der Belastingen had op 20 juli 2018 aanslagen opgelegd, waartegen belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. De Inspecteur handhaafde de aanslagen bij uitspraken op bezwaar op 13 maart 2020. Belanghebbende heeft vervolgens op 12 mei 2020 beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij hij griffierecht heeft betaald. Tijdens de zitting op 26 augustus 2021 heeft belanghebbende zijn standpunten toegelicht, bijgestaan door een gemachtigde, terwijl de Inspecteur ook vertegenwoordigd was.
De kern van het geschil betreft de vraag of de aanslagen naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Belanghebbende stelt dat hij recht heeft op aftrek van een premie voor overlijdensrisicoverzekering en alimentatie aan zijn ex-echtgenote. Het Gerecht heeft overwogen dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de vermindering van de aanslagen. De premie levensverzekering wordt tot het wettelijk maximum in aftrek toegestaan en de alimentatie wordt ook in mindering gebracht. Hierdoor wordt het belastbaar inkomen vastgesteld op NAf 72.013 en het premie-inkomen op NAf 72.006.
Het Gerecht heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslagen verminderd en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Tevens dient de Inspecteur het betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 15 september 2021 door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, in aanwezigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.