Uitspraak
CRU’,
Isla’,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft Curaçao Refinery Utilities B.V. (CRU) een kort geding aangespannen tegen Refineria Isla Curaçao B.V. (Isla) met als doel een voorschot te vorderen op het bewaarloon voor de opslag van olie in tanks op het terrein van de raffinaderij te Bullenbaai. De procedure begon met een verzoekschrift van CRU op 22 oktober 2020, gevolgd door pleitnota's van beide partijen. De zitting vond plaats op 1 december 2020, waarna het vonnis op 10 december 2020 werd uitgesproken.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Isla's moedervennootschap huurde tot eind 2019 de raffinaderij van CRU's moedervennootschap. Na de teruggave van de raffinaderij aan RdK op 15 januari 2020, werd CRU belast met het beheer, inclusief de opslag van olie in de tanks. CRU heeft Isla gesommeerd tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan bewaarloon, maar Isla heeft hier geen gehoor aan gegeven. CRU heeft daarop conservatoir beslag gelegd op de olie van Isla.
In het kort geding vorderde CRU een voorschot op het bewaarloon, dat door Isla werd betwist. Isla stelde dat het gerecht niet bevoegd was en dat er geen spoedeisend belang was. Het gerecht oordeelde echter dat er voldoende spoedeisend belang was en dat de vordering van CRU aannemelijk was. Het gerecht heeft geoordeeld dat Isla een bedrag van NAf 11.000.000 aan CRU moet betalen, vermeerderd met NAf 99.000 per dag vanaf 16 augustus 2020 tot de producten uit de opslag zijn verwijderd. De reconventionele vordering van Isla tot opheffing van het beslag werd afgewezen.