ECLI:NL:OGEAC:2020:274

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
2 december 2020
Zaaknummer
CUR202003622
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking tot renvooi in rangregeling na scheepsveiling van de RCGS Resolute

Op 17 november 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao een beschikking gegeven in een zaak betreffende de rangregeling van de opbrengst van de veiling van het schip ‘RCGS Resolute’. De beschikking betreft een verzoek tot renvooi op basis van artikel 486 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De betrokken partijen zijn de rechtspersoon Bunnys Adventure and Cruise Shipping Company Limited, vertegenwoordigd door mr. W. Princée, en de rechtspersoon Arctica Adventure and Cruise Shipping Limited, vertegenwoordigd door mr. E.M. Pennings. De Bolivariaanse Republiek Venezuela, vertegenwoordigd door mr. R. Gonet, is als belanghebbende betrokken bij de procedure.

Het procesverloop toont aan dat er op 6 juli 2020 een vonnis is gewezen inzake de veilingverkoop van het schip, waarbij de veilingopbrengst van USD 634.796,23 onder het Gemeenschappelijk Hof van Justitie berust. De staat van verdeling, opgemaakt op 7 oktober 2020, geeft aan dat de uitwinningskosten van Arctica voorrang hebben boven andere vorderingen. De hypothecaire vordering van Arctica en de vordering van Venezuela zijn ook aan bod gekomen, waarbij de opbrengst niet toereikend is voor enige uitkering op de vordering van Venezuela.

Bij gebrek aan een minnelijke regeling is besloten tot verwijzing naar de gewone procedure ter vaststelling van de vorderingen. De rechter-commissaris heeft de griffier gelast om een bedrag van USD 34.287,23 over te boeken naar een door mr. E.M. Pennings op te geven rekening. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de zaak is verwezen naar de rolzitting van 30 november 2020 voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
BESCHIKKING
tot renvooi ex art. 486 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
inzake de rangregeling m.b.t. de opbrengst van de veiling van
de ‘RCGS Resolute’
ten laste van:
de rechtspersoon naar het recht van de Bahamas
Bunnys Adventure and Cruise Shipping Company Limited(‘hierna: Bunnys)
,
gevestigd te Nassau, Bahamas,
gemachtigde: mr. W. Princée,
ten verzoeke van:
de rechtspersoon naar het recht van de Bahamas
Arctica Adventure and Cruise Shipping Limited(hierna: ‘Arctica’)
,
gevestigd te Nassau, Bahamas,
gemachtigde: mr. E.M. Pennings
,
met als belanghebbende:
De Bolivariaanse Republiek Venezuela(hierna: ‘Venezuela’),
gezeteld te Caracas, Venezuela,
gemachtigde: mr. R. Gonet.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
  • het proces-verbaal bevattende de staat van verdeling van 7 oktober 2020;
  • het proces-verbaal van tegenspraak ter zitting van 28 oktober 2020 met de aankondiging dat, indien het partijen niet lukt om tot een schikking te komen, verwijzing van de zaak (renvooi) zal volgen, waarbij in het geval van de vordering van Venezuela verwijzing zal plaatsvinden voor incidenteel verzoek van Arctica tot tussenkomst/voeging in de al aanhangige procedure tussen Venezuela en Bunnys;
  • het e-mailbericht van mr. Pennings van 6 november 2020, waarin wordt meegedeeld dat partijen niet tot een vergelijk zijn gekomen en om verwijzing wordt verzocht.

2.Overwegingen

2.1.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 6 juli 2020 (hersteld bij vonnissen van 8 en 20 juli 2020) vonnis gewezen inzake de veilingverkoop van het schip “RCGS Resolute”, welk schip aan de veilingkoper (tevens executant) Arctica is toegewezen. De veilingopbrengst van USD 634.796,23 berust onder het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
2.2.
Bij proces-verbaal van 7 oktober 2020 is de volgende staat van verdeling opgemaakt, gebaseerd op wat door partijen over hun vorderingen en de rangorde is aangevoerd:
a) De door Arctica gestelde uitwinningskosten van USD 34.287,23 zijn op grond van artikel 8:210 lid 1 BW boven alle andere vorderingen gerangschikt en worden geheel uit de opbrengst van USD 634.796,23 voldaan.
b) Vervolgens komt de hypothecaire vordering van Arctica van USD 6.887.645,88 aan bod. Deze vordering is hoger dan het restant van de executieopbrengst na voldoening van de uitwinningskosten. Dit restant komt aan Arctica toe.
c) Ten slotte komt de vordering van Venezuela van NAf 250 miljoen. De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vordering.
2.3.
Bij gebreke van een minnelijke regeling en gelet op artikel 486 Rv zal verwijzing naar de gewone procedure plaatsvinden ter vaststelling van de vorderingen.
2.4.
Wat betreft het bedrag terzake de executiekosten dat door de veilingkoper is betaald zijn partijen ter zitting van 28 oktober 2020 tot een vergelijk gekomen, zodat het bedrag van USD 34.287,23, althans voor zover dat minder is het bedrag dat uitgaat boven USD 600.000, aan Arctica zal moeten worden afgedragen.

3.Beslissing

De rechter-commissaris:
3.1.
gelast de griffier om uit de veilingopbrengst USD 34.287,23, minus eventuele bankkosten, over te boeken op een door mr. E.M. Pennings op te geven rekening bij een Curaçaose handelsbank;
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
3.3.
verwijst de zaak tussen
Arctica Adventure and Cruise Shipping Limited (gemachtigde mr. E.M. Pennings)als verzoekster en
De Bolivariaanse Republiek Venezuela(gemachtigde mr. R. Gonet als verweerder naar de rolzitting van 30 november 2020 voor conclusie van eis zijdens verzoekster Arctica voor zover het betreft (de rangorde van) de vordering van Arctica genoemd onder 2.2. b);
3.4.
verwijst de zaak tussen
De Bolivariaanse Republiek Venezuela(gemachtigde mr. R. Gonet) als verzoeker en
Arctica Adventure and Cruise Shipping Limited (gemachtigde mr. E.M. Pennings)als verweerster - voor zover het betreft (de rangorde van) de onder 2.2. c) genoemde vordering naar de rol van 30 november 2020 voor het incidenteel verzoek van Arctica tot tussenkomst/voeging in de al aanhangige procedure met zaaknummer CUR202001378 tussen Venezuela en Bunnys c.s.;
3.5.
verstaat dat door de griffier als in andere zaken griffierecht zal worden geheven.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter-commissaris, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 november 2020.