Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 6 november 2020 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, die in 2017 niet in haar eigen woning woonde, in geschil was over de aftrekbaarheid van hypotheekrente. De belanghebbende had in 2013 samen met haar echtgenoot een woning gekocht, maar was in 2017 gescheiden en woonde sindsdien bij haar moeder. In haar belastingaangifte voor 2017 had zij kosten van de lening voor de eigen woning opgevoerd als persoonlijke lasten, maar de Inspecteur der Belastingen had deze kosten niet geaccepteerd, omdat de woning in dat jaar niet als hoofdverblijf ter beschikking stond. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag en beroep ingesteld, maar het Gerecht oordeelde dat de kosten niet aftrekbaar waren, omdat de woning in 2017 onbewoond was en de belanghebbende pas in 2020 daadwerkelijk in de woning ging wonen. Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af. De uitspraak benadrukt het belang van het hoofdverblijf bij de aftrekbaarheid van hypotheekrente en de toepassing van belastingbeleid met betrekking tot kosten van eigen woningen.