Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Wettelijke regeling
verplichtzijn gesteld. Hierbij wordt verwezen naar het overgelegde overzicht ‘indicatie onderwijsbijdrage maritiem officer’. De posten 2 en 3 (werkkleding en werkschoenen voor de horeca-opleiding) gelden ook als lesmateriaal, maar dat zij voor de opleiding verplicht zijn gesteld, heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt. Van de overige (niet door de Inspecteur geaccepteerde) kosten kan niet worden gezegd dat zij dienen te gelden als verplicht lesmateriaal. Uit het voorgaande volgt dat de posten 5, 6, 8 10,11, 13 en 14 als zuivere studiekosten gelden.
6.DE BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting naar een belastbaar inkomen van NAf 139.981;
- vermindert de aanslagen premie AOV/AWW en AVBZ naar een premie-inkomen van NAf 142.031;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.