Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
3.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 16 januari 2020 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep van belanghebbende tegen belastingaanslagen en uitspraken op bezwaar. Belanghebbende, wonende te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen aanslagen in de inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor de jaren 2007 tot en met 2015. De Inspecteur der Belastingen had op 28 december 2018 en 8 februari 2019 uitspraken op bezwaar gedaan, waarna belanghebbende op 26 april 2019 beroep instelde. Het Gerecht oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het buiten de wettelijke termijn van twee maanden was ingediend. Belanghebbende stelde dat hij pas op 28 februari 2019 op de hoogte was van de uitspraken op bezwaar, maar het Gerecht oordeelde dat hij na kennisneming van de uitspraken nog meer dan vijf weken had om beroep in te stellen. De termijn van twee weken, die als 'zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk' wordt beschouwd, was in dit geval niet relevant. Het Gerecht concludeerde dat belanghebbende niet tijdig had gereageerd en verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de gevolgen van termijnoverschrijding in belastingzaken.