Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 1 juli 2020 uitspraak gedaan in een beroep van een belanghebbende, een ingezetene van Curaçao, tegen belastingaanslagen voor de premies AOV/AWW, AVBZ en BVZ. De belanghebbende, werkzaam als stewardess in Nederland, was van mening dat zij niet premieplichtig was voor deze belastingen, aangezien zij in Nederland verzekerd was op basis van de AOW en ANW. De zaak begon met de oplegging van verschillende belastingaanslagen door de Inspecteur der Belastingen, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. Na afwijzing van haar bezwaren door de Inspecteur, ging zij in beroep. Tijdens de zitting op 18 juni 2020 werd de belanghebbende bijgestaan door een gemachtigde, terwijl de Inspecteur ook vertegenwoordigd was. Het Gerecht beoordeelde de ontvankelijkheid van het bezwaar en concludeerde dat het bezwaar tijdig was ingediend, ondanks de verwarring over de indiening. Vervolgens werd de inhoudelijke beoordeling van de aanslagen uitgevoerd. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet als verzekerde kon worden aangemerkt voor de AOV en AWW, omdat zij in Nederland verzekerd was. De aanslagen voor de AOV/AWW, AVBZ en BVZ werden vernietigd, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende. De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor premieplicht en de rol van verzekeringsstatus in belastingzaken.