Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 15 april 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2013. De belanghebbende had in zijn aangifte een bedrag aan premies en rente in aftrek gebracht, maar de Inspecteur der Belastingen betwistte deze aftrek. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd dat de premies en rente daadwerkelijk door hem waren betaald, bijvoorbeeld door middel van bankafschriften. Hierdoor is de belanghebbende niet geslaagd in zijn bewijslast.
De procesgang begon met de oplegging van de aanslag op 18 augustus 2017, waarna de belanghebbende bezwaar maakte en beroep instelde. Tijdens de zitting op 28 maart 2019 heeft de belanghebbende een cijfermatig overzicht ingebracht, maar dit was niet voldoende om zijn standpunt te onderbouwen. De Inspecteur handhaafde de aanslag, en het Gerecht concludeerde dat de premies en rente niet als persoonlijke lasten konden worden afgetrokken, omdat de belanghebbende niet had aangetoond dat deze lasten daadwerkelijk ten laste van hem zijn gekomen.
Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten of griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.