Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser],
de minister van Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao op 26 maart 2019 uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, die sinds 1999 in Curaçao verblijft. De intrekking vond plaats op basis van een onherroepelijke veroordeling tot een gevangenisstraf van vier jaar wegens diefstal met geweld. Eiser, geboren op 18 juli 1992 en van Colombiaanse nationaliteit, heeft zijn leven in Curaçao opgebouwd, maar verweerder stelt dat hij een actuele bedreiging voor de openbare orde vormt. Eiser heeft aangevoerd dat de intrekking in strijd is met artikel 8 van het EVRM, dat het recht op respect voor het privé- en gezinsleven waarborgt. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de intrekking een inmenging vormt in eisers familieleven, maar dat deze inmenging gerechtvaardigd kan zijn ter bescherming van de openbare orde. De rechter heeft de belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat het belang van de openbare orde zwaarder weegt dan het persoonlijke belang van eiser om in Curaçao te blijven. De rechter heeft geoordeeld dat de intrekking van de verblijfsvergunning niet onterecht was en heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.