In de zaak van het faillissement van Banco del Orinoco N.V. hebben de verzoeksters, waaronder Cartera de Inversiones Venezolanas C.A. en Banco Occidental de Descuento Banco Universal C.A., op 25 oktober 2019 een verzoekschrift ingediend bij de rechter-commissaris om de curatoren, mrs. M.R.B. Gorsira en C.M. van Liere, te ontslaan. De curatoren hebben dit verzoek op dezelfde dag afgewezen, verwijzend naar hun eerste openbaar verslag. De rechter-commissaris heeft op 28 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze zaak.
De verzoeksters stelden dat de curatoren niet onafhankelijk konden functioneren, omdat zij betrokken waren bij de advisering over de intrekking van de bankvergunning van Banco del Orinoco door de Centrale Bank. De rechter-commissaris oordeelde echter dat de betrokkenheid van de curatoren bij de noodregeling eerder een pre was dan een contra-indicatie voor hun aanstelling. De rechter wees erop dat de rol van de Centrale Bank als onafhankelijk toezichthouder essentieel is en dat er geen bewijs was dat de curatoren hun taken niet naar behoren zouden kunnen vervullen.
De rechter-commissaris concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de curatoren de verzoeksters zouden belemmeren in hun rechtszaken en dat het verzoek tot ontslag van de curatoren werd afgewezen. De beslissing benadrukte het belang van de onafhankelijkheid van de curatoren en de noodzaak om de belangen van alle betrokken partijen in het faillissement in acht te nemen.