Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiseres],
de Sociale Verzekeringsbank,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, wonend in Curaçao, en de Sociale Verzekeringsbank (verweerster) over het recht op AOV-pensioen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van verweerster, waarin haar recht op ouderdomspensioen was vastgesteld met ingang van 1 oktober 2015, maar met een korting van 30% vanwege onverzekerde jaren. Eiseres heeft in de periode van 14 juni 1993 tot 1 januari 1996 en van 3 september 2013 tot 12 september 2015 in Nederland gewoond, wat volgens verweerster leidde tot een korting op haar AOV-pensioen.
Tijdens de zitting op 27 september 2018 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat zij als verzekerde diende te worden aangemerkt op grond van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder b, van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (LvAOV). Verweerster heeft echter betoogd dat eiseres in de genoemde periodes niet als AOV-verzekerd kan worden aangemerkt, omdat zij niet als belastingplichtige in Curaçao werd aangeslagen.
Het Gerecht heeft de argumenten van eiseres en verweerster zorgvuldig afgewogen. Het Gerecht concludeert dat verweerster op goede gronden de korting op het AOV-pensioen heeft toegepast, omdat eiseres in de relevante periodes niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de LvAOV. De slotsom is dat het beroep van eiseres ongegrond wordt verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.