In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], een radioloog, en de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos). [Verzoeker] heeft een verzoek ingediend tot doorbetaling van zijn loon tijdens zijn arbeidsongeschiktheid, waarbij hij stelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen hem en Sehos. Sehos betwist dit en stelt dat er enkel een overeenkomst van opdracht is gesloten.
De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoeker] in het verleden als radioloog bij Sehos heeft gewerkt en dat er in 2017 en 2018 meerdere overeenkomsten van opdracht zijn gesloten. De laatste overeenkomst, die niet ondertekend is, was voor de duur van een jaar. [Verzoeker] heeft op 28 februari 2019 om duidelijkheid gevraagd over zijn arbeidsrelatie, maar Sehos heeft hier niet op gereageerd. Op 18 maart 2019 werd [verzoeker] arbeidsongeschikt verklaard.
Het Gerecht heeft beoordeeld of er sprake is van een arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7A:1613ca BW, dat een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst schept wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het Gerecht concludeert dat [verzoeker] gedurende de afgelopen 18 maanden werkzaamheden heeft verricht die voldoen aan de criteria voor een arbeidsovereenkomst. Sehos heeft niet voldoende bewijs geleverd om het rechtsvermoeden te weerleggen.
Het Gerecht oordeelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat [verzoeker] recht heeft op loondoorbetaling gedurende maximaal drie maanden na zijn arbeidsongeschiktheid. Sehos wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 2.550,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.