ECLI:NL:OGEAC:2018:4
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaken
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 19 januari 2018 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, een inwoner van Curaçao, in beroep was gekomen tegen een uitspraak van de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had op 15 maart 2013 een aanslag premie AOV/AWW ontvangen over het jaar 2011 en had hiertegen op 4 juni 2014 bezwaar aangetekend. De Inspecteur verklaarde het bezwaar op 8 juli 2016 niet-ontvankelijk. Vervolgens heeft de belanghebbende in september 2016 beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Het Gerecht heeft de belanghebbende op 7 december 2016 geïnformeerd over het verschuldigde griffierecht van Naf. 50,- en dat dit bedrag binnen zes weken betaald moest worden. Ondanks herinneringen en waarschuwingen heeft de belanghebbende het griffierecht niet betaald. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de belanghebbende in zijn e-mails heeft aangegeven niet over de middelen te beschikken om het griffierecht te betalen, maar het Gerecht oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege zijn inkomens- en vermogenspositie niet in staat is om het griffierecht te voldoen.
De rechter heeft overwogen dat de heffing van Naf. 50,- voor de toegang tot de rechter normaal gesproken niet belemmerend is, en dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat zijn financiële situatie zodanig is veranderd dat hij niet in staat zou zijn om het griffierecht te betalen. De rechter concludeert dat de belanghebbende in verzuim is door het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, in aanwezigheid van de griffier N.N. Noël van der Biezen BSc.