Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiseres],
de Sociale Verzekeringsbank,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres, wonende in Curaçao, een beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een weduwenpensioen door de Sociale Verzekeringsbank. De aanvraag was afgewezen op basis van de Landverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (de AWw), omdat eiseres niet met de overleden verzekerde gehuwd was. De afwijzing vond plaats op 13 april 2017, waarna eiseres op 29 mei 2017 beroep aantekende. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de zaak op 26 september 2018 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. E.J. Maduro, en verweerster werd vertegenwoordigd door mr. M. Bonafasia.
Het Gerecht overwoog dat op grond van artikel 7 van de AWw de weduwe van een verzekerde recht heeft op een weduwenpensioen, zolang zij nog geen 65 jaar oud is. De ontvankelijkheid van het beroep werd besproken, waarbij het Gerecht concludeerde dat het beroepschrift tijdig was ingediend, ondanks dat verweerster geen bewijs van verzending van het bestreden besluit had overgelegd. De kern van het geschil was of eiseres recht had op het weduwenpensioen, gezien het feit dat zij nooit gehuwd was met de overleden verzekerde, maar wel zes jaar met hem had samengewoond.
Het Gerecht concludeerde dat eiseres geen weduwe was, omdat er geen huwelijk was, en dat verweerster het verzoek op goede gronden had afgewezen. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 december 2018, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.