In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 6 juni 2018 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van leasekosten door belanghebbende, X N.V., in het kader van naheffingsaanslagen winstbelasting over de jaren 2009 tot en met 2012. De Inspecteur der Belastingen had naheffingsaanslagen opgelegd, waarbij hij de onzakelijkheid van de leasekosten betwistte. Belanghebbende, die 50% van de aandelen in de gelieerde BVI, Y Ltd., bezit, stelde dat de Inspecteur niet had aangetoond dat de leasekosten onzakelijk waren. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet aan zijn bewijslast had voldaan, omdat hij essentiële bewijsstukken, zoals de lease-overeenkomst en het controlerapport, niet had overgelegd. Hierdoor kon het Gerecht niet vaststellen dat de kosten niet aftrekbaar waren. Het Gerecht verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de naheffingsaanslagen en de boetebeschikkingen, en kende een proceskostenvergoeding toe van Naf. 1.400.