Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.BEOORDELING VAN HET VERZET
3.PROCESKOSTENVERGOEDING
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep worden ingesteld bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 22 mei 2018 uitspraak gedaan over het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 13 juni 2017. Belanghebbende had beroep ingesteld tegen navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen die op 7 augustus 2015 waren opgelegd over de jaren 2010 tot en met 2013. Het Gerecht had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat belanghebbende niet eerst bezwaar had aangetekend. Belanghebbende heeft vervolgens op 10 augustus 2017 verzet aangetekend, waarbij zij stelde dat zij wel degelijk bezwaar had gemaakt. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de ingediende correspondentie geen bezwaarschrift bevatte en dat het beroep terecht als niet-ontvankelijk was beoordeeld. Het Gerecht heeft ook overwogen dat de aard van de zaak en het procesverloop geen aanleiding gaven om een zitting te houden. Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzet ongegrond verklaard en geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen twee maanden hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.