2.5Teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit
Wanneer de eindgebruiker van zonne-energie tevens is aangesloten op het openbare transport- en distributienet van het netwerkbedrijf (Aqualectra Distribution), kan hij met inachtneming van de aansluitvoorwaarden en overige voorschriften het teveel aan elektriciteit welke hij niet gebruikt “leveren” aan het elektriciteitsnet. Dit heet “terugleveren”.
In de praktijk zal in de meeste gevallen door eindgebruikers gekozen worden voor het installeren van een productiesysteem dat voor maar een deel in de eigen elektriciteitsbehoefte voorziet. Er is dan sprake van een tekort aan capaciteit. Het tekort wordt dan via het distributienet door het netwerkbedrijf aan de eindgebruiker geleverd. Ogenschijnlijk is er dan geen behoefte aan teruglevering door de eindgebruiker aan het openbare elektriciteitsnet. Echter, dat hoeft niet het geval te zijn, want de behoefte aan elektriciteit is niet constant gedurende de dag, waardoor de eindgebruiker aan het net kan leveren wanneer zijn behoefte lager is dan zijn opwekking. In geval tijdens de hoogste productie-uren meer wordt geproduceerd dan verbruikt, is er sprake van terugleveren. Gedurende de meeste tijd, vooral ’s avonds en ’s nachts, wordt er echter meer verbruikt dan er wordt geproduceerd. Dan wordt er door de eindgebruiker afgenomen van het distributienet. De koppeling van de inrichting voor niet-bedrijfsmatige opwekking van duurzame elektriciteit aan het openbare distributienetwerk kan dus gedurende de gehele dag zowel zorgen voor opname van elektriciteit als voor het leveren van elektriciteit. Hierdoor fungeert het netwerk potentieel als een opslagmedium waarmee de efficiëntie van de duurzame opwekking toeneemt.
3. De uitgangspunten voor de tariefstelling van de teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit en de toepassing daarvan
In de Tariefrichtlijn kleinschalige duurzame stroomvoorziening is vastgelegd welke uitgangspunten toegepast worden bij de bepaling van de tarieven voor teruglevering van elektriciteit door kleinschalige duurzame productie-installaties.
Het primaire uitgangspunt is het tot stand komen van een redelijk teruglevertarief voor beide partijen (producenten en het netwerkbedrijf). Dit dient enerzijds te leiden tot een redelijke terugverdienperiode voor de betrokken producenten van duurzame elektriciteit en mag anderzijds voor het netwerkbedrijf (i.c. Aqualectra Distribution) geen onredelijke kosten met zich meebrengen.
Bij de bepaling van een redelijk teruglevertarief moet in ieder geval aan de volgende specifieke uitgangspunten worden voldaan:
a. De compensatie moet het mogelijk maken dat ten minste de kostprijs van de door de aanvrager geproduceerde energie gedurende de terugverdienperiode wordt gedekt;
b. De compensatie moet vanuit bedrijfseconomisch oogpunt voor het netwerkbedrijf redelijk in verhouding staan tot, en in ieder geval niet hoger zijn dan, de inkoopkosten van de energiebronnen die bespaard worden als gevolg van de teruglevering. Met andere woorden: de hoogte van het teruglevertarief wordt begrensd door de bespaarde inkoopkosten;
c. De compensatie dient tevens rekening te houden met de eventuele financiële gevolgen voor het netwerkbedrijf.
Eventueel kunnen naast genoemde uitgangspunten ook andere overwegingen een rol spelen bij de bepaling van een redelijke vergoeding, zoals milieuoverwegingen en economische overwegingen.
Met goedkeuring van de Raad van Ministers zijn sedert november 2012 ten behoeve van particuliere en zakelijke eindgebruikers die investeerden in inrichtingen voor niet-bedrijfsmatige opwekking van duurzame elektriciteit die gekoppeld werden aan het openbare elektriciteitsnet, teruglevertarieven toegepast die gezien moeten worden als een middel om de toepassing van opwekking van duurzame elektriciteit voor eigen gebruik middels zonne-energie te bevorderen. Om deze reden beantwoorden de huidige tarieven niet in voldoende mate aan de boven genoemde uitgangspunten. Echter, dankzij de geboden incentive heeft met name in de tweede helft van 2013 een forse groei van het aantal inrichtingen voor niet-bedrijfsmatige opwekking van duurzame elektriciteit plaatsgevonden, waardoor gesteld kan worden dat bedoelde afwijkende tarifering het gewenste effect heeft gehad. Daarenboven blijken de groeiprognoses voor 2014 en 2015 in lijn te zijn met de gestelde doelen voor de opwekking van duurzame elektriciteit in Curaçao.
Het huidige teruglevertarief van NAF. 0,40 per kWh voor particuliere eindgebruikers en klein zakelijke eindgebruikers is gebaseerd op het principe van saldering. Dit houdt in dat voor zover er tegenover een hoeveelheid teruggeleverde duurzame elektriciteit een gelijke hoeveelheid van het openbare elektriciteitsnet afgenomen elektriciteit staat, deze gelijke hoeveelheden niet in geld worden verrekend. Dit betekent dat voor deze teruggeleverde duurzame elektriciteit door Aqualectra Distribution effectief het veel hogere leveringstarief van circa NAF. 0,74 per kWh wordt vergoed, hetgeen voor de eindgebruiker uiteraard bijzonder voordelig is. Voor het surplus aan afgenomen elektriciteit moet de eindgebruiker aan Aqualectra Distribution het toepasselijke leveringstarief betalen; voor het surplus aan teruggeleverde elektriciteit kan de eindgebruiker aanspraak maken op het teruglevertarief.
Het huidige teruglevertarief van NAF. 0,42 per kWh voor groot zakelijke eindgebruikers is gebaseerd op het principe van gescheiden tarifering voor geleverde elektriciteit en teruggeleverde elektriciteit, de zogeheten “net billing”.
In 2014 zijn de in 2012 en 2013 toegepaste tarieven door Bureau Telecommunicatie en Post geëvalueerd en zijn op grond van deze evaluatie en de prognoses voor 2014 en 2015 voorstellen geformuleerd voor herziening van de teruglevertarieven. Hiervan is rapport uitgebracht aan de Raad van Ministers. Naar aanleiding van dit rapport heeft de Raad van Ministers op voorstel van ondergetekende op 5 november 2014 besloten tot herziening van de structuur en de hoogte van de teruglevertarieven, waardoor deze beantwoorden aan de boven genoemde uitgangspunten in de herziene Tariefrichtlijn.
Hierna volgt verduidelijking van wat dit inhoudt voor particuliere eindgebruikers en zakelijke eindgebruikers en wat de ratio daarvan is. Tevens wordt aangegeven wat de nieuwe teruglevertarieven betekenen voor de terugverdientijd van de eindgebruikers die reeds duurzame elektriciteit terugleveren.
Particuliere eindgebruikers.
1. Er is sprake van een toenemende vermindering van de afzet van Aqualectra Distribution door duurzame productie. Dit leidt tot een ingeschatte verminderde dekking van het basistarief ter grootte van NAF. 996.000 in 2015 en dus onderdekking van de kosten voor het gebruik en het ter beschikking staan van het openbare elektriciteitsnet, de aansluiting op het openbare elektriciteitsnet en het productievermogen. Dit dient door de betreffende PV-gebruikers te worden gecompenseerd, aangezien deze de verminderde dekking veroorzaken. Op basis van
een ontwikkeld rekenmodel is bepaald dat met een vergoeding van NAF. 16,00 per kWp opgesteld PV-vermogen per maand kostenneutraliteit voor Aqualectra Distribution bereikt wordt.
2. De teruglevering dient te worden gezien als inkoopkosten voor Aqualectra Distribution. Deze zijn onderdeel van de brandstofclausule. De brandstofclausule is over de eerste 6 maanden in 2014 gemiddeld circa NAF. 0,33 per kWh geweest, hetgeen een goede basis is voor de vast te stellen inkoopkosten voor PV. Het separaat teruglevertarief wordt daarom vastgesteld op NAF. 0,33 per kWh. Dit betekent, dat de salderingsmethode wordt vervangen door “net billing”, waarbij voor de teruglevering een separaat tarief wordt gehanteerd.
3. De terugverdientijd voor particuliere eindgebruikers onder het huidige regime van saldering (waarbij het teruglevertarief effectief op circa NAF. 0,74 per kWh neerkomt) is ongeveer 3 jaar, zonder rekening te houden met onder andere rentelasten. De teruglevertarieven 2012 waren gebaseerd op de toenmalige kosten voor een installatie voor opwekking van duurzame elektriciteit middels zonne-energie. Inmiddels zijn de prijzen van deze installaties aanzienlijk gedaald. Bij toepassing van de voor het jaar 2015 voorgestelde teruglevertarieven komt de terugverdientijd voor een gemiddelde duurzame installatie voor een particulier ter grootte van 5,4 kWp uit op een periode van ongeveer 7 jaar. Een terugverdientijd van 7 jaar kan nog steeds als redelijk worden beschouwd, omdat PV-systemen een levensduur hebben van 25 jaar of langer.
Zakelijke eindgebruikers.
(…)”
g) De Regeling voorziet niet in een overgangsperiode.