ECLI:NL:OGEAC:2017:32
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Redelijk loon na beëindiging bemiddelingsovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om de vraag of de eisende partij recht heeft op een redelijke vergoeding na de beëindiging van een bemiddelingsovereenkomst. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. R.M.L. Conquet, heeft een bemiddelingsovereenkomst gesloten met de gedaagde, die thans in persoon procedeert. De overeenkomst hield in dat de gedaagde een courtage van 4% van de verkoopprijs aan de eisende partij zou betalen indien er een koopovereenkomst tot stand zou komen door de bemiddeling van de eisende partij. De gedaagde heeft de bemiddelingsovereenkomst beëindigd per e-mail op 19 september 2016, met de reden dat hij de woning zou gaan verhuren.
Tijdens de zitting is gebleken dat de eisende partij aanzienlijke inspanningen heeft geleverd, waaronder het plaatsen van advertenties en het houden van bezichtigingen. De gedaagde heeft echter de woning kort na de beëindiging van de bemiddelingsovereenkomst verkocht aan een potentiële koper, die zich al had gemeld tijdens de bemiddeling. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde een aanzienlijk voordeel heeft gehad van de inspanningen van de eisende partij, ondanks dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen tijdens de bemiddeling.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eisende partij recht heeft op een redelijke vergoeding van NAf 3.000,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 30 november 2016. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn niet toewijsbaar, en de proceskosten worden tussen partijen gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 13 maart 2017 door mr. I.H. Lips.