In deze zaak heeft verzoekster, werkzaam bij de besloten vennootschap Europe West Indies Trading Company B.V. (EWT), een verzoekschrift ingediend tegen haar werkgever. Verzoekster stelt dat haar ontslag kennelijk onredelijk is en vordert onder andere een schadevergoeding en een verklaring voor recht. De zaak is behandeld op 11 april 2017, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. EWT heeft als verweer aangevoerd dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege bedrijfseconomische redenen, terwijl verzoekster betwist dat er sprake was van dergelijke redenen. Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden rondom het ontslag beoordeeld, waaronder de leeftijd van verzoekster, haar financiële situatie en de reorganisatie bij EWT. Het Gerecht concludeert dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is, omdat de nadelige gevolgen voor verzoekster niet zwaarder wegen dan de belangen van EWT bij het bepalen van haar bedrijfsvoering. De vorderingen van verzoekster worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter S.E. Sijsma op 4 mei 2017.