Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNT PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL
5.DE BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de boete en bepaalt dat de rechtsgevolgen in stand blijven.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 28 december 2017 uitspraak gedaan in een beroep van N.V., gevestigd in Curaçao, tegen de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag winstbelasting en een verzuimboete die was opgelegd voor het niet tijdig indienen van de aangifte over het jaar 2011. De belanghebbende stelde dat de boete onterecht was opgelegd, onder andere omdat de Inspecteur de hoorplicht had geschonden en geen aanmaning had gestuurd voordat de boete werd opgelegd. Het Gerecht oordeelde dat de hoorplicht inderdaad was geschonden, maar dat dit niet leidde tot een terugwijzing naar de Inspecteur, omdat de belanghebbende wel was gehoord, zij het te laat. Het Gerecht bevestigde dat de aangifte te laat was ingediend en dat de Inspecteur bevoegd was om een verzuimboete op te leggen. De stelling van de belanghebbende dat de boete disproportioneel was, werd verworpen. Het Gerecht oordeelde dat de opgelegde boete passend en geboden was, en dat er geen termen waren voor toekenning van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof.