ECLI:NL:OGEAC:2016:44
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaar tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en uitdeling van verzekeringsuitkering
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting. De belanghebbende, woonachtig in Curaçao, had te laat een bezwaarschrift ingediend tegen een navorderingsaanslag die hem was opgelegd over het jaar 2008. De Inspecteur der Belastingen had de aanslag gehandhaafd en het bezwaar van de belanghebbende niet ontvankelijk verklaard. De belanghebbende stelde dat hij pas later kennis had genomen van de aanslag, maar kon niet aannemelijk maken dat hij zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk bezwaar had ingediend. Het Gerecht oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat de Inspecteur het bezwaar terecht niet ontvankelijk had verklaard. Hierdoor kwam het Gerecht niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
Daarnaast was er een geschil over de vraag of de verzekeringsuitkering die de belanghebbende had ontvangen, moest worden aangemerkt als een uitdeling en of deze uitdeling tot het belastbaar inkomen van 2008 behoorde. De belanghebbende stelde dat hij juridisch eigenaar was van de beschadigde appartementen en dat de uitkering aan hem was gedaan. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat de uitkering een uitdeling vormde omdat de NV economisch eigenaar was van de appartementen. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de belanghebbende niet in verzuim was, maar dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard.