Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL
5.BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- handhaaft de aanslag.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer (belanghebbende) en de Inspecteur der Belastingen. De werknemer had bezwaar aangetekend tegen een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2012, waarbij de Inspecteur had vastgesteld dat er te weinig loonbelasting was ingehouden door de werkgever. De werknemer stelde dat de Inspecteur de niet ingehouden loonbelasting bij de werkgever had moeten naheffen, in plaats van deze bij de werknemer in de aanslag inkomstenbelasting te betrekken. De Inspecteur had het bezwaar van de werknemer echter niet-ontvankelijk verklaard.
Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet verplicht is om een naheffingsaanslag aan de werkgever op te leggen, zelfs niet wanneer deze te weinig loonbelasting heeft ingehouden. De Inspecteur heeft de keuze om de naheffing bij de werkgever of bij de werknemer te doen, en in dit geval was de keuze om de correctie bij de werknemer te maken niet in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. Het Gerecht verklaarde het beroep van de werknemer gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en handhaafde de aanslag, waarmee de werknemer in het gelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt de discretionaire bevoegdheid van de Inspecteur in belastingzaken en de voorwaarden waaronder een bezwaar ontvankelijk kan worden verklaard. De werknemer kan binnen twee maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het Hof.