ECLI:NL:OGEAC:2016:27
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en vergrijpboete
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 juni 2016 uitspraak gedaan over het beroep van belanghebbende, X, tegen de Inspecteur der Belastingen. Het beroep betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het jaar 2004, die oorspronkelijk was opgelegd op 28 december 2009, en een vergrijpboete. Belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de aanslag en de boete, maar het Gerecht oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit oordeel is gebaseerd op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het fiscale procesrecht, zoals vastgelegd in de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL). Volgens artikel 31, lid 1 van de ALL moet een belanghebbende binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar in beroep komen. De Inspecteur had de naheffingsaanslag op 17 mei 2013 verminderd, maar dit leidde niet tot ontvankelijkheid van het beroep, aangezien een ambtshalve vermindering geen uitspraak op bezwaar is. Het Gerecht concludeerde dat de beroepstermijn was overschreden en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De uitspraak op bezwaar dateerde van 11 mei 2011, en belanghebbende had niet gesteld dat hij deze uitspraak niet had ontvangen. Hierdoor was de termijn voor het indienen van beroep op 11 juli 2011 verstreken. Het Gerecht verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees op de mogelijkheid van hoger beroep bij het Hof.