ECLI:NL:OGEAC:2016:26
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete voor niet tijdige indiening aangifte winstbelasting en beroep op afwezigheid van alle schuld
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 24 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap, hierna belanghebbende genoemd, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had een verzuimboete opgelegd gekregen voor de niet tijdige indiening van de aangifte winstbelasting voor het jaar 2012. De belanghebbende stelde dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld (avas) en dat de boete niet terecht was opgelegd, omdat er geen aanmaning was verstuurd. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij alle in redelijkheid te vergen zorg had betracht om de aangifte tijdig in te dienen. Het bewijsaanbod van de belanghebbende werd gepasseerd, omdat het niet relevant was voor de zorgplicht van de belanghebbende zelf. Het Gerecht stelde vast dat de aangifte winstbelasting uiterlijk op 30 juni 2013 ingediend had moeten worden, wat niet was gebeurd. De Inspecteur was bevoegd om een verzuimboete op te leggen, en de hoogte van de boete was passend en geboden. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.