ECLI:NL:OGEAC:2016:168

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
18 januari 2016
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
AR KG 76279/2015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over honorariumvordering van advocatenkantoor tegen cliënt met tussenkomst van derden

In deze zaak heeft Zahavi & Lutjens N.V. een kort geding aangespannen tegen IdealFX Limited, die niet verschenen is. Zahavi vordert betaling van een honorarium van £ 222.300, gebaseerd op een 'engagement letter' en een 'deed of assignment'. IdealFX heeft echter een groot aantal andere vennootschappen, waaronder System 1 Trading Limited en FCIB, die zich als tussenkomende partijen hebben aangemeld. Deze partijen stellen dat zij een vordering hebben op IdealFX en dat de vordering van Zahavi ongegrond is. De procedure is gestart op 28 oktober 2015, en de zitting vond plaats op 15 januari 2016. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de tussenkomst van de partijen is toegestaan, omdat zij een eigen belang hebben bij de uitkomst van de zaak. Het Gerecht heeft de vordering van Zahavi afgewezen, omdat deze niet toewijsbaar is, en heeft Zahavi veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is genomen door mr. P.E. de Kort en is openbaar uitgesproken op 18 januari 2016.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis
in het kort geding van:
ZAHAVI & LUTJENS N.V.,
gevestigd te Curaçao,
eiseres in kort geding,
gemachtigde: de advocaat mr. D.D. Zahavi,
tegen
IDEALFX Limited,
gevestigd te Londen, Engeland,
gedaagde in kort geding,
niet verschenen,
met als tussenkomende partijen:
SYSTEM 1 TRADING Limited (in liquidation),
en
Stephen HUNT Q.Q., handelend in hoedanigheid van vereffenaar;
gevestigd respectievelijk wonend te Londen, Engeland,
gemachtigde: de advocaat mr. M.Th. Aanstoot,
alsmede
FIRST CURAÇAO INTERNATIONAL BANK N.V.,
gevestigd te Curaçao,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Douwes,
alsmede
VVIP GENERAL TRADING FZE (in liquidation),
en
Kevin John HELLARD, handelend in hoedanigheid van vereffenaar;
gevestigd respectievelijk wonend te Londen, Engeland,
gemachtigde: de advocaat mr. R.F. van den Heuvel.
Partijen worden hierna aangeduid als Zahavi, IdealFX, System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Zahavi heeft op 28 oktober 2015 een verzoekschrift ingediend. De oproep van IdealFX is geschied door betekening aan de Officier van Justitie bij dit Gerecht en door Zahavi per e-mail van 14 november 2015.
1.2
Het kort geding is behandeld ter zitting van 15 januari 2015. Ter zitting hebben System 1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard verzocht in het geding te mogen tussenkomen. Gedaagde IdealFX is niet verschenen. De gemachtigden van Zahavi en de verzoekers tot tussenkomst hebben de zaak zowel in de incidenten als in de hoofdzaak bepleit met verwijzing naar overgelegde notities en producties.
1.3
Vonnis in de incidenten en in de hoofdzaak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
In dit kort geding wordt uitgegaan van het volgende:
a. a) Het advocatenkantoor van Zahavi heeft IdealFX (en een groot aantal andere vennootschappen) vanaf 2006 rechtsbijstand verleend terzake de nasleep van wat ook wel wordt aangeduid als de Engelse BTW-carrousselfraude of de MTIC-fraud (Missing Trader Intra-Community Fraud). Op FCIB, bij welke bank IdealFX en veel vermeende deelnemers aan de fraude (waaronder System1 en VVIP) tegoeden aanhielden, is op 9 oktober 2006 de noodregeling van toepassing verklaard.
b) In een door Zahavi opgestelde “engagement letter” gedateerd 14 november 2012 is opgenomen dat Zahavi IdealFx bijstand zal verlenen in een door Ultimate Security Agency Limited (USA) tegen IdealFX in Curaçao aangespannen procedure, en wel op ”no win-no fee”-basis. De brief vermeldt onder meer:
“We have agreed that 38% (thirty eight percent) of [£ 585,000], held by the Notary Public in Curacao, will be paid to [Zahavi] after this amount has been released by the Notary Public.”.
(…)
I kindly request you to sign this letter and the deed of assignment (see enclosed) for your approval and send it back to me.”
c) Bij “deed of assignment” gedateerd 15 november 2012 heeft IdealFX aan Zahavi “irrevocably and unconditionally” gecedeerd “the amount of GBP £ 222,300,- of the funds that the Assignor holds with the Notary Public (…).”
d) Het betreffende bedrag van £ 585.000 werd en wordt door de notaris in escrow gehouden voor USA en haar vereffenaar David Ingram enerzijds en IdealFX anderzijds op grond van een Escrow Agreement gedateerd 22 augustus 2012.
e) De “engagement letter” en de “deed of assignment” zijn volgens Zahavi rechtsgeldig getekend door […], de managing director van IdealFX.
f) Bij schrijven van 7 september 2015 heeft de Engelse advocaat van IdealFX de notaris verzocht het in escrow gehouden bedrag van £ 585.000, na aftrek van de kosten van de notaris, over te boeken. Op 9 september 2015 heeft [de managing director] namens IdealFX aan de notaris bericht de gelden niet naar Zahavi mogen worden overgeboekt maar, zoals door de Engelse advocaat verzocht, naar de “client account” van de Engelse advocaat. Zahavi heeft IdealFX vervolgens, met cc naar de notaris, op 9 september 2015 gesommeerd instructie aan de notaris te geven tot overboeking naar Zahavi van 222.300. Zahavi verwijst daarbij naar de “engagement letter” en naar de “deed of assignment” en stelt in dat verband het volgende: “By assigning the amount of GBP 222.300,-, IdealFX has transfered ownership of this amount to [Zahavi]. IdealFX no longer has ownership of this amount”.
g) Op 17 november 2015 heeft Zahavi de notaris verzocht £ 585,000 naar de derdengeldenrekening van Zahavi over te boeken, waarbij hij verwijst naar e-mail van [de managing director] aan de notaris van 16 november 2015 waarin wordt verzocht de fondsen onmiddellijk vrij te geven aan Zahavi.
h) De notaris heeft geen gevolg gegeven aan de verzoeken tot overboeking.
2.2
Zahavi stelt zich op het standpunt dat IdealFX aan haar op grond van de afspraken in de “engagement letter” en “deed of assignment” £ 222,300 aan honorarium verschuldigd is, vermeerderd met Naf 10.000 aan buitengerechtelijke incassokosten. Zahavi vordert de veroordeling van IdealFX tot betaling van deze bedragen, vermeerderd met beslag- en proceskosten.
2.3
System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard stellen ieder, samengevat en voor zover thans van belang, dat zij een vordering hebben op IdealFX en dat zij in hun verhaalsmogelijkheden worden geschaad indien de vordering van Zahavi op IdealFX, die volgens hen ongegrond is, wordt toegewezen en Zahavi zich vervolgens op vermogensbestanddelen van IdealFX verhaalt. Ter onderbouwing van hun stelling dat de vordering van Zahavi op IdealFX ongegrond is verwijzen zij onder meer naar een uitspraak van dit Gerecht van 2 juni 2015 in een door Zahavi tegen (voormalig) cliënte OWL Limited (in liquidation) en haar vereffenaar Hunt gevoerd kort geding, waarin Zahavi op grond van honorariumafspraken en een cessie onder meer de medewerking vorderde tot afdracht van bij FCIB aangehouden gelden. In dat vonnis heeft het Gerecht de vorderingen van Zahavi afgewezen na te hebben overwogen dat het er veel van weg heeft dat de cessie niet meer van een “truc” was en dat in een bodemzaak nader onderzoek naar de feiten moet worden gedaan. System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard verzoeken toelating als tussenkomende partijen met als vordering in de hoofdzaak de afwijzing van de vordering van Zahavi.
2.4
Het Gerecht overweegt als volgt.
2.5
Tussen Zahavi als eiseres en IdealFX als gedaagde is bij dit Gerecht onder nummer AR 72783/2015 een bodemprocedure aanhangig. In die zaak vordert Zahavi betaling door IdealFX van £ 840.881,36, ofwel het equivalent daarvan in Curaçaos courant ad Naf 2.420.127,21. Dit bedrag betreft het restant dat IdealFX volgens Zahavi nog aan haar verschuldigd is op grond van afspraken, terzake waarvan door IdealFX slechts £ 1.205.970,81 aan Zahavi is voldaan. Ook in die zaak beroept Zahavi zich op een honorariumafspraak (48% van het bij FCIB op naam van IdealFX aangehouden tegoed) en op een cessie.
2.6
In genoemde bodemprocedure hebben System1/Hunt en FCIB evenals in het onderhavige geding verzocht te mogen tussenkomen. Bij vonnis van 24 augustus 2015 heeft het Gerecht de tussenkomst toegestaan, na onder meer het volgende te hebben overwogen:
“Artikel 214 Rv bepaalt – voor zover hier van belang – dat een ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig rechtsgeding kan vorderen daarin te mogen tussenkomen. Voor tussenkomst is vereist dat blijkt van een belang van de interveniënt om benadeling of verlies te voorkomen van een hem toekomend recht, dat wordt bedreigd door het hangende geding en voor welk behoud zijn optreden in dit geding nodig is. Deze interveniënt heeft een zodanig belang indien hij een eigen vordering in wil stellen of met eigen argumenten de vordering van de eiser wil bestrijden om zodoende de nadelige gevolgen die zij kan ondervinden bij een toewijzing van de vordering in de hoofdzaak, te voorkomen c.q. minimaliseren (zie HR 28 maart 2014 ECLI:NL:HR:2014:768 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2014:768)).
(…)
Ten aanzien van de stelling van FCIB dat zij een zelfstandig belang heeft bij tussenkomst in de zaak tussen Zahavi en IdealFX aangezien zij een (eigen) vordering heeft op IdealFX wegens wanprestatie dan wel onrechtmatige daad, oordeelt het Gerecht dat deze stelling slaagt. In het kader van dit incident heeft FCIB voldoende gemotiveerd gesteld dat zij een vordering heeft op IdealFX. Niet vereist is dat in het incident vast komt te staan dat FCIB ook daadwerkelijk een vordering heeft op IdealFX. Dit betreft immers een inhoudelijke beoordeling die, indien het verzoek tot tussenkomst wordt toegewezen, in de hoofdzaak aan de orde komt. Indien de vordering van Zahavi jegens IdealFX wordt toegewezen, loopt FCIB het risico dat zij in haar verhaalsrecht jegens IdealFX wordt benadeeld. Door FCIB toe te staan tussen te komen in het geding tussen Zahavi en IdealFX, kan zij met eigen argumenten de vordering van Zahavi betwisten om zodoende trachten te voorkomen dat haar verhaal op de tegoeden van IdealFX illusoir wordt. Op grond hiervan acht het Gerecht het zelfstandig belang van FCIB om tussen te komen in voldoende mate gegeven. Het verzoek tot tussenkomst van FCIB zal derhalve worden toegewezen.”
2.7
De thans aan de orde zijnde verzoeken tot tussenkomst zijn in hoge mate vergelijkbaar met de in genoemde bodemprocedure gedane verzoeken. Het Gerecht maakt de hiervoor aangehaalde overwegingen tot de zijne. De door Zahavi gedane toezegging dat hij een toewijzend vonnis niet zal executeren op de door IdealFX bij FCIB aangehouden tegoeden, gaat voorbij aan de kern van het bezwaar van System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard dat door aantasting van het vermogen van IdealFX hun verhaalsmogelijkheden in gevaar komen. De stelling van Zahavi dat er voor eenieder voldoende mogelijkheid van verhaal is, is door System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard betwist. Die stelling acht het Gerecht voorshands niet aannemelijk.
2.8
De tussenkomst van System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard zal dan ook worden toegestaan.
2.9
De tussengekomen partijen hebben zich op goede grond op het standpunt gesteld dat het spoedeisend belang van Zahavi bij het gevorderde niet is gebleken. Te meer gelet op het feit dat tussen Zahavi en IdealFX reeds een bodemprocedure aanhangig is over vergelijkbare honorariumaanspraken en gelet op de reeds door Zahavi van IdealFX ontvangen betaling van ruim £ 1.2 miljoen, valt niet in te zien waarom Zahavi ook de onderhavige vordering niet aan de bodemrechter kan voorleggen en vooruitlopend op diens oordeel een voorziening behoeft. Daarbij komt dat in de eveneens vergelijkbare kwestie die heeft geleid tot het hiervoor onder 2.3 bedoelde vonnis van 2 juni 2015 is geoordeeld dat de zaak niet leent voor kort geding.
2.1
Ook op inhoudelijke gronden kan thans niet tot toewijzing van Zahavi’s vordering worden beslist. Daargelaten (onder meer) de stellingen van de interveniënten dat de “engagement letter” en “deed of assignment” niet, althans niet bevoegdelijk, door IdealFX zijn getekend en dat de honorariumafspraken en cessie nietig zijn wegens strijd met de wet, strijd met de goede zeden en wegens benadeling van schuldeisers, geldt dat de betalingsvordering van Zahavi ad £ 222.300 zich niet verhoudt met haar stelling dat IdealFX onvoorwaardelijk een vordering op de notaris ad £ 222.300 aan haar heeft overgedragen. Als die laatste stelling juist is, ligt in de rede aan te nemen dat de vordering van Zahavi op IdealFX, wat daar verder van zij, door betaling (inbetalinggeving) teniet is gegaan. Reeds op grond hiervan kan niet worden geoordeeld dat de vordering onrechtmatig noch ongegrond is, zodat deze, gelet op het bepaalde in art. 79 lid 1 Rv niettegenstaande het feit dat IdealFX geen verweer heeft gevoerd, niet toewijsbaar is.
2.11
Zahavi zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding, zowel in de incidenten als in de hoofdzaak. Ingevolge het bepaalde in art. 21 lid 2 Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken is het van de interveniënten geheven griffierecht gelijk aan het van Zahavi geheven griffierecht.

3.De beslissing

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
in de incidenten tot tussenkomst:
staat System 1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard toe tussen te komen;
in de hoofdzaak:
wijst af het gevorderde;
in de incidenten tot tussenkomst en in de hoofdzaak:
veroordeelt Zahavi in de kosten van het geding, aan de zijde van IdealFX begroot op nihil en aan zijde van System1/Hunt, FCIB en VVIP/Hellard voor ieder van hen begroot op NAf 6.050 aan griffierecht en NAf 1.500 voor gemachtigdensalaris;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.